Na drie dagen op en neer rijden naar
Serekunda, uren wachten en vijftig euro lichter heb ik eindelijk een
visum voor Senegal. We willen namelijk volgende week het dorp Kuho
Sosse bezoeken net over de grens bij Kuntaur waar ik al drie jaar
niet meer ben geweest. Ook heb ik tot tweemaal toe een stick gekocht
bij verschillende providers om te kijken of ik internet kan ontvangen
in Tanji, maar helaas! Het internet is zo langzaam dat ik bij het
laden van een pagina haast in slaap val. Ik weet niet hoe anderen dat
doen maar het kost mij erg veel moeite om te kunnen communiceren via
internet. Thuis heb ik internet wel op mijn telefoon, maar bij het
beantwoorden van de mails zijn de letters zo klein dat ik er steeds
naast zit en maak ik fout na fout. In het internetcafe is of de
verbinding slecht, of de stroom valt uit of ik heb een toetsenbord
waar ik een gereedschapskist bij nodig heb om het te kunnen bedienen.
Ik weet niet hoe anderen dit doen maar mij lukt het op de een of
andere manier niet goed en heb ik de stick maar weer terug gebracht.
Donderdagmiddag had ik een meeting met
het team in het Youth and Community Center met als hoofdonderwerp;
Hoe verder voor ieder teamlid als volgend jaar het centrum wordt
overgedragen aan de gemeenschap? Ik heb hen gevraagd daarover na te
denken. Verder maak ik me zorgen over de terug
lopende klandizie in het internetcafe. Dit heeft meerdere oorzaken
nl. de internetconnectie is vaak slecht, de openingstijden zijn te
kort en er is vorig jaar een ander internetcafe geopend waar veel,
eerder klanten van ons, nu naar toe gaan. Het internetcafe is een
belangrijke inkomstenbron voor het Youth Center. Ik heb het team nu
een voorstel gedaan waarbij ze zelf moeten investeren in een snellere
inernetverbinding. Ik wacht even op hun reactie.
Zaterdagochtend waren Alhagie en ik
uitgenodigd bij het Fajara Skill Center in Fajara voor een diploma
uitreiking. Nyma, een jonge dame die gesponsord wordt door Piet uit
Eindhoven, ontving haar diploma catering. Na een muziekuitvoering van
de politiefanfare, een toneelstuk en een paar speeches werd er aan
een 25 tal jonge dames hun diploma uitgereikt. Dit zijn meestal
meiden die normaal gesproken kansloos zijn en die bij Mrs. Jane
(direktrice van de school) een kans krijgen op een beroepsopleiding.
Mrs. Jane doet dan ook prachtig werk en tijdens de ceremonie kon ik
voelen dat ze een goede band had opgebouwt met haar studenten.
In de middag samen met Jarrai (moeder
van Alhagie) en Mariama (nichtje) vertrokken naar Tendaba Camp om
daar te overnachten en de dag erna te vervolgen naar Jakaba. Jarrai
is immers na een bezoek van 2,5 maand aan Nederland en nog eens 6
weken in Tanji te zijn geweest niet meer thuis geweest.
Op de weg van Tendaba Camp naar
Janjanburee slaan we in Jarra (provincie op de zuidbank) linksaf om
Yakuba, Alhagies jongste broer op te zoeken. Om in dat dorp te komen
moet je dus een eind echt door de bush. De weg daar naar toe was
super slecht, maar de omgeving super mooi. Zo groen, zoveel prachtige
bomen, plassen water waarop vele waterlelies volop bloeien en op de
achtergrond heuvels met hoog daarop pronkend grote baobab bomen.
Onderweg hadden we twee zakken van 50 kg. suiker gekocht i.p.v.
rijst. Rijst is er in dit gebied volop maar het is weer moeilijk en
kostbaar om aan suiker te komen. Van gepalmde rijst gemend met suiker
wordt in de ochtend als ontbijt een pap gemaakt. Op de eerste
compound waar we aankwamen wonen zo´n 10 jongens in de leeftijd van
10 tot 20 jaar die daar dagelijks les krijgen in de Koran. Daarnaast
helpen ze mee om de compound te onderhouden en werken ze mee op het
land. Ze verblijven daar meestal een paar jaar.
Daarna zijn we naar de compound gereden
waar Yakuba al een aantal jaren verblijft. Hier woont ook familie.
Yakuba wordt daar net zolas de andere jongens onderwezen in de Koran
en daarna zal hij waarschijnlijk naar een andere school gaan. In
Gambia is het heel normaal dat kinderen i.p.v. bij hun eigen ouders
bij andere familieleden verblijven. Hij was erg blij ons te zien en
zag er goed uit. Alleen viel het ons op dat hij nogal wat uitslag in
zijn gezicht had. Na vele begroetingen en gebeden kregen we een lunch
aangeboden. Ik bedankte daarvoor want ik kan niet goed tegen de
palmolie die daarin verwerkt wordt en bovendien lust ik geen vis.
Gezien ik alleen maar kan luisteren omdat ik hun taal niet spreek
wordt er naar wat ik ervan begrijp niet zoveel zinnigs met elkaar
uitgewisseld behalve dan de eerder genoemde begroetingen die elk zo´n
paar minuten in beslag nemen.
Zo´n begroeting gaat dan als volgt,
maar dan in de lokaal gesproken taal het Mandinka.
How are you? I am fine.
How is your wife? She is fine.
How are your children? They are fine.
How is your father? He is fine.
How is your mother? She is fine.
How is your sister? She is fine.
How is your brother? He is fine.
En dan afhankelijk van hoeveel zoons,
dochters, broers of zussen je hebt wordt ieder bij naam genoemd en
voordat je dan zo´n hele familie hebt gehad.......pffff!
En dat gaat dan zo bij iedereen die je
ontmoet,
En ´fine´ of niet ´fine´ iedereen
antwoord altijd gewoon ´fine´.
Na een tijdje in dit dorp te zijn
verbleven zwaaien we Yakuba en vele anderen uit en vervolgen we onze
weg voor de oversteek in Janjanburee naar de noordoever. Na de
oversteek rijden we eerst naar Jakaba waar we vervolgens op de
compound waar Jarrai woont worden onthaalt door een heel
welkomstcomite. Iedereen is erg nieuwschierig natuurlijk naar haar
verhalen uit Nederland en ik ben ervan overtuigd dat haar hele huisje
die avond vol zat om haar bijzondere verhalen te horen.
Alhagie en ik rijden als het al donker
is een stukje terug naar Janjanburee Camp om daar onze nacht door te
brengen. Net voordat we de ingang bereiken, het is al donker,
ontmoeten we twee mannen die ons vragen wat we komen doen. Wij zeggen
te willen overnachten. Het kamp is eigenlijk gesloten want er zijn al
drie weken geen gasten meer geweest. Ik ben enigszins verbaasd omdat
hier altijd veel gasten komen, maar ook dit zal wel komen door het
gevreesde Ebola verhaal. Uiteindelijk zijn we toch welkom en openen
ze een kamer voor ons. De man verteld ons dat er geen elektriciteit
en geen water voorradig is. Jeetje, en ik had nu net zo´n behoefte
aan een frisse douche. Wat nu? De man beloofd ons om twee emmers
water te gaan halen. Rond kijkend in de door ons toegewezen kamer met
het licht van een kaars ondek ik allemaal muizekeutels verspreid over
de vloer. Ja, dat kan gebeuren natuurlijk hier in de bush na drie
weken geen gasten. Dat nemen we dan wel op de koop toe. Even later
komt de man terug met de emmers water en ik plaats ze in de ruimte
die als badkamer dienst doet en zich achter een gordijntje bevindt.
Ik pak mijn zaklamp en wat schone kleren om me te gaan wassen maar
terug in de badkamer kan ik nergens een haakje ontdekken waar ik mijn
kleren kwijt kan. Op de vloer vind ik het ook niet fris, dus leg ik
ze maar op het bed in de kamer. Terug in de badkamer schijn ik met
mijn zaklamp in de emmers met water en zie dat het water geel tot
bruin gekleurd is. Gatver! Hebben ze dit uit de rivier geschept
misschien? Wat nu? Zo mijn bed in stappen of me maar wat opfrissen
met dit vieze water? Ik kies dan toch maar voor het laatste, maar
eerst even naar toilet. Ik trek de deksel van de WC omhoog en wat zie
ik, een grote drol drijvend in de toiletpot. Nu heb ik het even
helemaal gehad. Ik zeg tegen Alhagie; Ik kan er nu even niet meer
tegen, dit is jouw land en jij mag die drol wegspoelen. Alhagie loopt
al druilend richting badkamer en doet dat nog voor mij ook, die
lieverd!
Luister, normaal gesproken kan ik best
wat hebben maar na een lange dag al zwetend tot in mijn onderbroek in
de auto te hebben gezeten, de tientallen ellelange begroetingen en de
evenzovele gebedjes en dit primitieve gedoe heb ik het gewoon even
helemaal gehad.
Met een plastic kopje gevuld met
geel-bruin water overgiet ik mezelf en probeer me zo goed en zo kwaad
als het kan wat op te frissen. Die nacht slaap ik als een roos maar
wel onder een muskietennet en dat is maar goed ook. De volgende
ochtend vind ik mijn koekjes die ik bij me had aangevreten door de
muizen. Na een ontbijt aan de oever van de rivier met overigens een
een prachtig uitzicht besluiten we die avond te gaan slapen in
Kuntaur.
Eerst rijden we naar de markt in Wassu
om zakken rijst te gaan kopen. Daar ontmoeten we Alhagie Bah, een
hele goede vriend van ons die al jarenlang bij ons in Tanji werkt.
Hij is nu al een paar maanden hier omdat eerst zijn vader en nu zijn
moeder ziek is. Ik was erg blij om hem weer te zien. Alhagie komt uit
een Fula dorp hier in de buurt genaamd Bulbuck en heeft een speciale
energie waardoor ik me erg op mijn gemak voel bij hem. Nadat we 6
zakken rijst hebben gekocht rijden we naar zijn dorp een 10 km.
verderop. Daar worden we door de dorpelingen enthousiast onthaalt. De
afgelopen jaren bezoek ik dit dorp regelmatig en de mensen kennen me
inmiddels. We leveren de zakken rijst af op de compound van Alhagie
Bah van waaruit ze verdeeld zullen worden over de andere 5 compounds
in dit kleine maar o zo bijzondere en beeldschone huttendorpje wat
omringt wordt door vele immens grote baobab bomen. Alhagie Bah vraagt
me even naar zijn moeder te komen kijken. Ik moet me bukken om door
het lage deurtje de hut binnen te komen. Dan zie ik zijn moeder
rusteloos op een van riet gemaakt bed, zonder matras en bedekt met
alleen een doek. Ik kijk naar haar toch nog redelijk jonge maar
pijnlijke gezicht en zie dat ze werkelijk ziek is. Alhagie Bah
verteld me dat ze al naar verschillende ziekenhuizen in de buurt is
geweest maar dat ze toch nu toe geen resultaat hebben gehad. Ik vraag
de moeder wat er aan de hand is en met met vertaling van Alhagie Bah
begrijp ik dat ze al ruim vier maanden ziek is en vergaat van de
pijn. De hele familie maakt zich zorgen om haar en zelf wordt ze
steeds depressiever omdat ze denkt dat ze dood gaat. Het probleem is
begonnen aan haar voeten en trok langzaam naar boven. Nu zit het in
haar hele lijf met klachten als een brandend gevoel, gevoelloosheid
aan de oppervlakte van de huid en pijn. Nu vooral in haar (boven)rug
en druk op haar hoofd. Als ik haar obeserveer zie ik dat ze geen
comfortabele positie kan vinden, zowel niet zittend, liggend of
staand. Ook begrijp ik dat ze daardoor niet kan slapen. Ja, wat nu?
Een goed ziekenhuis is in dit gedeelte van het land niet te vinden.
Zelfs een apotheek om pijnstillers te halen is er in de wijde
omgeving niet te vinden. Ik vertel Alhagie dat ik het vermoeden heb
dat ze een ernstig vitamine tekort heeft, maar dat ik het beter vind
als ze onderzocht word door een arts en over een paar dagen met ons
meerijdt naar het westen van Gambia om daar een goed ziekenhuis te
bezoeken. Alhagie Bah verteld me dat ze al maandenlang proberen haar
hiervoor over te halen maar dat ze niet durft. Ze is immers nog nooit
uit de veilige omgeving van haar dorp weg geweest. Daarna nog even de
vader van Alhagie Bah bezocht die ook niet helemaal in orde is. Hij
is broodmager en heeft geen energie meer. Ik heb het vermoeden dat hij een
ernstig ijzertekort heeft. De mensen in dit deel van het land eten
veel te eenzijdig en naarmate ze ouder worden doet dat inbreuk op het
vitamine en mineralen gehalte in het lichaam waardoor werkelijk
ernstige problemen ontstaan.
Daarna rijden we terug naar Wassu om
een paar zakken rijst en suiker te kopen voor Jakaba. In Jakaba
aangekomen worden de zakken op de compound van Jarrai neergelegd van
waaruit ze verdeeld worden over de verschillende Kafo´s in het dorp.
Een Kafo bestaat uit een groep vrouwen die elkaar helpen en
ondersteunen. Elk dorp heeft één of meerdere Kafo´s afhankelijk
van de grote van het dorp.
Daarna nog een keer terug naar Wassu
voor de rest van de rijst/suiker. Een zak weeg immers 50 kg. en we
willen de auto niet overbelasten want we moeten er ook nog mee terug
naar huis. Die middag al zittend bij Jarrai thuis op de bank voel ik
me niet helemaal lekker. Ik heb immers lange tijd in de auto zitten
wachten vandaag die volop in de zon stond en daarnaast is het ook nog
reuze druk in Wassu op maandag vanwege de markt. Uit de hele omgeving
komen mensen met paarden en ezelskarren hun wekelijkse boodschappen
doen. Daarnaast kent Alhagie Jan en alleman daar in de buurt en duren
de begroetingen dan ook eindeloos. En ik maar wachten en wachten tot
dat we eindelijk weg kunnen uit de hitte en drukte. Die avond zit ik
alleen op Kairoh Garden in Kuntaur. Alhagie moet terug naar Jakaba om
nog meer mensen te begroeten. Ik ben blij dat ik even rust heb en
klets wat bij met Alasana die ik jaren geleden al heb leren kennen in
Tanji en nu hier werkt.
Die nacht heb ik last van vreselijke
oorpijn. Gedurende mijn hele verblijf in Gambia heb ik al last van
mijn oor omdat ik er met douchen steeds water in krijg. Nu doet het
echt zeer en om vijf uur slaap ik nog steeds niet waarop ik besluit
antibiotica te nemen. Een uurtje later trekt de pijn wat weg en slaap
ik nog een paar uur.
De volgende morgen brengen we een
bezoek aan de school in Jakaba. Gelukkig deze keer geen ontvangst
door honderden mensen maar alleen even een gesprek met het
lerarenteam. We overhandigen hen het sponsorgeld wat ingezameld is
door Hannie Vervoort via verschillende sponsoren in Nederland.
Ze zijn hier weer reuze blij mee
uiteraard en bedanken ons en iedereen in Nederland heel hartelijk. Ik
vraag hen een financieel overzicht te maken in januari over het jaar
2014 zodat we dit toe kunnen sturen aan de sponsoren als feedback.
Verder gaat het prima op school. Ze krijgen regelmatig ondersteuning
vanuit de overheid omdat de school nu voldoet aan alle eisen die
gesteld worden en onlangs hebben ze voor alle kinderen tekenblokken
gekregen. De Engelse lessen voor de vrouwen uit het dorp zijn ook nog
steeds gaande. Het enige is dat ze nog wat meubeltjes tekort komen in
de twee nieuwe klassen die twee jaar geleden zijn gebouwd. Alhagie
wist dat er in de container van Go4Africa die in januari aankomt nog
schoolmeubels zitten en zal Jan Huizinga vragen of de school er een
aantal mag hebben. Ook zijn er schoolmaterialen vanuit Nederland
onderweg die eind deze maand zullen arriveren in Gambia.
Van daaruit rijden we weer naar Wassu
om bij de douane een papier te bemachtigen zodat we met de auto Kuho
Sosse in Senegal in mogen. Na wat heen en weer geloop van Alhagie en
Alhagie Bah met een bezorgde uitdrukking op hun gezicht krijg ik te
horen dat we niet de juiste autopapieren bij ons hebben. De papieren
zijn waarschijnlijk in Tanji door deze of gene omgewisseld. Dat houdt
in dat we Senegal niet in mogen, dus......visum voor niets
aangevraagd. Nou ja, dat is dan maar zo. Ik vind het alleen wel erg
jammer dat ik de mensen in dat dorp ook dit jaar weer niet kan
ontmoeten. Ik heb het immers altijd heel speciaal gevonden om naar
Kuho toe te gaan, maar helaas....
Dan rijden we vanuit Wassu naar een wat
verder weg gelegen dorp naast de hoofdweg. Alhagie heeft daar via
Go4Africa een paar jaar geleden een auto geschonken die nu dienst
doet als ambulance. De mensen daar hebben hem nu uitgenodigd om langs
te komen. Na een kwartiertje rijden arriveren we in het dorp. Ook
hier geven we een zak rijst. We ontmoeten een man die marabout is en
veel voor het dorp doet. Hij nodigd ons uit om binnen te komen. Hij
begint te vertellen, in Wolof deze keer, waar ik dus ook helemaal
niets van kan volgen. Iedereen luistert aandachtig. Ik besluit
ondertussen wat met mijn telefoon te gaan spelen om mezelf een beetje
te vermaken, want ook hier duurt het verhaal erg maar dan ook erg
lang. Later als we wegrijden legt Alhagie mij uit wat de marabout
verteld heeft. Jaren geleden kwam hij in dit dorp wonen en ontdekte
dat de bewoners erg bang waren voor struikrovers. Het dorp werd dan
ook regelmatig overvallen. Op eigen initiatief en met eigen geld liet
hij een politiebureau bouwen om de bewoners te beschermen. Later
volgde een kleine dorpskliniek en een school. Hij leeft erg eenvoudig
en het geld wat hij als goede en betrouwbare marabout verdiend
besteedt hij aan het welzijn van de dorpsbewoners. Dat is toch een
prachtig verhaal, of niet dan! Als elk dorp in Gambia zulke mensen
had dan zou Gambia in no time een grote verandering ondergaan.
Daarna nog even naar Jakaba waar ik de
familie van Kebba heb bezocht. De broer van Kebba is twee jaar
geleden aan een dwarsleasie overleden en zijn vader heeft een
herseninfarct gehad waardoor hij deels verlamd is geraakt. De familie
is daardoor in de problemen gekomen en ze zouden dolgraag een
waterput naast hun huisje willen hebben zodat ze vlak bij huis wat
kunnen tuinieren. Maar ja …. ook dat kost weer geld.
Alhagie Bah vraagt ons ´s avonds mee
naar zijn dorp te gaan om te proberen zijn zieke moeder over te halen
om morgen met ons mee te gaan naar West Gambia zodat ze naar een goed
ziekenhuis kan. Hem lukt het immers niet want ze zegt bang te zijn.
Die avond rijden we opnieuw naar Bulbuck. Het is donker en de maan
schijnt helder. Aan de rand van het dorp liggen tientallen koeien te
rusten, moe van een hele dag rondzwerven over de nabij gelegen
vlaktes. We rijden met de auto op de compound van Alhagie Bah en
stappen uit. Opnieuw betreed ik de hut waar de moeder nog steeds
rusteloos ronddwaalt, dan zittend, dan liggend en dan weer staand.
Met het licht van een zaklamp kijk ik in haar pijnlijke en bezorgde
gezicht. Ik vraag haar waar ze bang voor is? Ze zegt bang te zijn om
weg te moeten van haar familie en haar vertrouwde omgeving. Ik vertel
haar dat als ze hier blijft niet beter zal worden. Dat haar familie
vreselijk bezorgd om haar is en dat ze nu de kans heeft om redelijk
comfortabel mee te kunnen rijden, want anders zou ze in een bushtaxi
met vele mensen op elkaar gepropt de lange reis moeten maken wat me
onverstandig lijkt in haar toestand.
Ook Alhagie probeert haar nogmaals over
te halen en uiteindelijk stemt ze ermee in.
Die avond zit ik in dit bijzonder mooie
echt Afrikaanse dorpje wat omringt wordt door vele baobabs die in het
schijnsel van het maanlicht als donkere schaduwen tegen de hemel
staan en temidden van de lieve inwoners van jong tot oud op hun
bantaba. Ik versta hun taal niet maar dat hoeft nu ook even niet. Ik
voel de vredige energie die deze mensen en dit dorp omringt en ik wil
hier nu even niet meer weg. Zo bijzonder...... ik geniet volop van
dit bezoek en het maakt dubbel en dwars goed dat we diezelfde ochtend
niet naar Senegal konden afreizen.
Op de terugweg gaan we nog even langs
bij Jarrai om afscheid te nemen. Als we laat op de avond aankomen is
het stil. Iedereen slaapt. We kloppen zachtjes bij het huisje aan en
even later verschijnt Jarrai met een slaperig gezicht in de
deuropening. We omhelzen elkaar want de komende drie maanden zullen
we elkaar niet meer zien. Ze bedankt me voor de mooie tijd die ze de
afgelopen maanden heeft gehad en voor de fijne en vertrouwde band die
we hebben opgebouwd al die jaren.
Die nacht slaap ik gelukkig goed en de
volgende dag vetrekken we met Alhagie Bah, zijn moeder en een nichtje
met twee kinderen weer richting het westen. Onderweg eerst nog even
langs de school in Jahawour die Henk en Lineke uit Groningen willen
gaan ondersteunen. Ze hebben besloten geld in te zamelen voor een
muur rondom de schooltuin en we moeten even weten hoeveel meter muur
er moet komen. Dit duurde gelukkig niet te lang en algauw kunnen we
weer doorrijden. Bij de pond in Farafenni aangekomen geeft Alhagie
aan dat we een ´emergency´ geval zijn dus mogen we langs de lange
rij met wachtende auto´s rijden om als eerste de aan komen varende
pond op te mogen. Een of andere bushtaxi chauffeur probeert toch nog
zijn bus voor ons langs de boot op te persen en Alhagie krijgt het
vreselijk aan de stok met de mensen die het verkeer begeleiden. Maar
goed even later is het leed weer geleden en staan we met een paar
centimeter tussenruimte van de auto´s naast, achter en voor ons te
wachten in de brandende zon tot dat we de overkant bereiken. De
moeder van Alhagie Bah houdt ik op de been met paracetamol die ik
gelukkig bij me had. Als ik naar het binnenland vertrek neem ik
allerlei medicatie mee want je weet maar nooit en daar is niets te
krijgen. Onderweg rijdt Alhagie de hele tijd met zijn alarmlichten
aan. Ik vraag waar dat goed voor is en hij zegt dat iedereen dan kan
zien dat we een ´emergency´ geval zijn. Oke, ik snap het maar dat
duurt niet lang. Als we bij een of andere politiepost komen, staan er
opeens drie mannen aan het autoraampje met eveneens drie
verschillende kleuren uniformen die weer de bekende begroeting
raadplegen. Een andere man die wat verderop op een stoel zit roept
Alhagie. Alhagie Bah rent er ook achteraan. Ik kijk vanuit de auto
toe. Er wordt handje geklapt, naar binnen gelopen en weer naar
buiten, nog eens gegroet, gepraat, lol gemaakt en al wachtende duurt
het voor mijn gevoel eindeloos. Ik kijk achter me en zie dat de zieke
moeder zich niet comfortabel voelt. Ze vraagt me op ze even uit de
auto kan en ik open de deur voor haar. Samen met het nichtje steekt
ze de straat over. Ik pas op haar kinderen. Ik denk dat ze naar het
toilet moet. Even later komen ze terug en staat Alhagie nog steeds
volop te praten met bijgaand gebarentaal. Emergency is plotseling
over bedenk ik me. Na nog even wachten vind ik dat het nu wel genoeg
is. We zijn per slot van rekening ´emergency´ en ik duw flink op
het stuur om de toeter in werking te stellen. Ik blijf vasthouden net
zolang totdat ik zie dat ze allemaal begrijpen dat het serieus is. De
hele politiepost kijkt op inclusief Alhagie en Alhagie Bah. Gauw
worden er handen geschut, een laatste conversatie uitgewisselt en ja
hoor we kunnen weer vertrekken. Een uur verderop ziet Alhagie
plotseling de auto van iemand die hij kent aan de kant van de weg
staan en vraagt zich af of er misschien iets aan de hand is, dus
keert hij de auto en gaat op inspectie uit. Er blijkt een baby
ceremony aan de gang te zijn. Weer begroetingen, weer handjes
schudden, weer mensen die door mijn autoraampje vragen: How are You?
How are your sons? How is your father? How is your mother ed. ed. ed.
Ik wil naar huis!!!!!
In Brikama aangekomen zetten we het
nichtje met haar kinderen inclusief de zakken peanuts en wat nog
allemaal niet meer af en kunnen wij eindeljk doorrijden naar het
nieuwe Africmed ziekenhuis in Brusubi. Keurig ziekenhuis met
hardwerkende mensen en een goed systeem. Nadat we ons gemeld hebben
wordt de zieke moeder gewogen, gemeten en getemperatuurd en wordt er
bloed en unrine afgenomen voor een lab test. Later mogen we de
spreekkamer binnen en treffen we een arts die Fula spreekt. Geweldig,
wat dit is de taal van de moeder, die zich daardoor vast beter op
haar gemak voelt. Ze kan nu in haar eigen taal uitleggen wat er aan
de hand is. De dokter concludeerd dat het een combinatie is van te
hoge bloeddruk, een ernstig vitaminegebrek, een slecht
spijsverteringssysteem en altijd harde arbeid verricht te hebben. Hij
adviseert haar om twee dagen in het ziekenhuis te blijven. Ze wordt
aan het infuus gelegd en haar zoon Alhagie Bah zal die nacht bij haar
blijven. Alhagie en ik gaan naar huis en nemen afscheid van haar. Ze
geeft me een hand en voor het eerst zie ik een glimlach op haar
gezicht. Ik ben werkelijk doodmoe van de lange reis en het wachten in
het ziekenhuis maar dit doet me goed. Na een heerlijke maaltijd en
een frisse douche kruip ik die avond vroeg mijn bed in. Alhagie
blijkt onvermoeibaar want hij gaat midden in de nacht nog een paar
uur van de muziek van Jeliba Kuyateh genieten die vanavond op het
Youth and Community Center speelt.
De volgende dag spreek ik met Houwa af,
die de moeder van Alhagie Bah ook heel goed kent, ze zijn immers
familie, dat we naar het ziekenhuis zullen gaan voor een bezoek. Maar
eerst even langs Yaay, want die heb ik immers een aantal dagen niet
gezien. Bij Yaay aangekomen zie ik zoals anders als ze me ziet geen
lach op haar gezicht. We vragen wat er aan de hand is en ze verteld
dat het slangetje van het katheter pijn doet sinds een paar dagen.
Een infectie bedenk ik me meteen. Ook dat nog. Ik vertel haar dat we
meteen naar het ziekenhuisje in Tanji zullen rijden om te vragen of
ze daar het katheter kunnen vervangen. Nee dat kunnen ze niet en
daarom zullen we haar mee moeten nemen naar Africmed. De verpleger
rijdt wel even met ons mee om haar te behandelen voor decubitus zodat
ze schoon is voordat we vertrekken. Ik ben wel blij dat de verpleger
eerlijk erkend dat hij het katheter niet kan vervangen want dat doet
lang niet iedereen hier. Nadat we Yaay met rolstoel en al in de auto
hebben gezet rijden we naar Brusubi waar we net zoals gisteren
dezelfde procedure volgen. Tijdens het wachten, wat deze keer veel
langer duurt, brengen we bezoekjes aan de moeder van Alhagie Bah. Ze
zegt zich nu wel iets beter te voelen na alle medicatie maar de pijn
blijft. Die nacht heeft ze praktisch niet geslapen want het licht en
de vertilator stoorde haar. Houwa legt haar uit dat er knopjes aan de
muur zitten waarmee ze het licht en de ventilator uit kan zetten.
Verbaast kijkt ze Houwa aan. Ze heeft immers nog nooit met
elektriciteit te maken gehad dus doet Houwa voor hoe ze de knopjes
kan bedienen.
Na bijna drie uur wachten wordt Yaay
naar binnen geroepen om haar katheter te vervangen. Een lieve
verpleegkundige die gelijk een klik met haar had toen ze Yaay al
eerder zag bij het temperaturen verving de katheter. Yaay was wat
angstig en ik moest helpen haar benen uit elkaar te houden in de
overigens erg kleine ruimte. Na het ophalen bij de apotheek van
antibiotica en een ijzerpreparaat konden we weer richting Tanji. Om
negen uur zat ik pas aan de warme maaltijd. Ik had sinds vanochtend
niet meer gegeten en had een berehonger.
Vrijdagochtend wordt ik gebeld door
Alhagie Bah met de mededeling dat zijn moeder naar Banjul of
Serekunda hospital moet voor een scan en of we z.s.m. kunnen komen.
Gelijk nadat Houwa thuis kwam van school reden we voor de derde dag
naar het ziekenhuis. Er bleek een X Ray scan gemaakt te zijn die
ochtend en er was op waar te nemen dat in de middenrug het kraakbeen
tussen de ruggewervels was verdwenen. Dat is de reden dat ze zo´n
pijn heeft waarschijnlijk. Nu krijgen we het advies om nog een scan
te laten maken zodat aan de hand daarvan bepaald kan worden wat te
doen. Dit gaat nog eens 4000 dal. kosten. De arts in Serekunda
hospital zit al op ons te wachten wordt ons verteld. Ik laat Alhagie
Bah weten dat ik eerst wil weten wat de opname en de medicijnen tot
nu toe gekost hebben want gezien ze niet verzekerd zijn ben ik als ik
niet uitkijk binnen de kortste keren blut. Na een uur wachten komt de
rekening, ruim 10000 dal. inclusief opname, infuus, medicatie en X
Ray scan. Prima, ik heb ermee ingestemd dat ze hier twee dagen zou
blijven en heb dan ook keurig betaald. Maar nu vraag ik me wel af of
we haar onmiddelijk naar het Serekunda hospital moeten laten gaan. In
Nederland zou ik dat onmiddelijk doen, maar hier heb ik er mijn
twijfels over. Dit omdat ik het vermoeden heb dat de medische
wetenschap hier niet zover ontwikkeld is dat ze verandering aan
kunnen brengen aan een rug waarvan het kraakbeen versleten is. We
kunnen dan wel die scan laten maken, maar dan...... ? Zijn we weer
4000 dal. kwijt en kunnen we verder alsnog niets. Met de andere
klachten die ze heeft weet ik wel raad. Er zijn immers medicijnen
voorgeschreven die ze voorlopig in kan nemen, maar met die
rugklachten daar wil ik liever even de tijd voor nemen om erover na
te denken. Ik bel de wachtende dokter in Serekunda af en zeg hem er
later op terug te komen. We besluiten met goedkeuring van haar
behandeld arts uiteraard dat we haar meenemen naar een
familiecompound in Latrikunda zodat ze daar in het weekend tot rust
kan komen. Later zullen we kijken wat we verder kunnen doen. Nog even
bij de ziekenhuisapotheek de medicatie ophalen en dan kunnen we
weg,....... dacht ik. Ik krijg het vreselijk aan de stok met de man
die in de apotheek werkt (Sorry, ik kan het geen apotheker noemen
maar eerder een oplichter).
De arts bracht mij een briefje met alle
medicatie daarop geschreven wat ik heb afgegeven bij de apotheek. De
apotheek moet dit afstemmen met de cassiere die dit in rekening
brengt. Dit had ik al voldaan. Nu zou ik aan de hand van wat de arts
voorgeschreven heeft de medicatie in ontvangst kunnen nemen bij de
apotheek, maar dat loopt anders. Van de pijnstillers van 400 mg. die
voorgeschreven zijn voor 7 dagen krijg ik nu maar 8 capsules a 100 mg
voor mijn neus. Dit is voor 2 dagen. Als ik meer wil hebben moet ik
1000 dal. bijbetalen. Dit schiet helemaal verkeerd bij mij. Gisteren
had dezelfde man zo´n zelfde smoesje. Ik had namelijk al 700 dal.
voor het katheter voor Yaay betaald bij de cassiere en toen ik het
bij hem op ging halen moest ik opeens bij betalen, omdat zei hij dit
een ander type katheter was. Ik heb dat toen maar gedaan, want weet
ik veel. Nu weet ik zeker dat hij me probeert op te lichten en ik
wordt dan ook laaiend. Iedereen die zich in de ziekenhuishal bevindt
kijkt mijn kant op, maar dat kan me niets schelen. Ik vertel hem
luidt en duidelijk dat hij me probeert op te lichten. Hij zegt
steeds, maar mevrouw u snapt het niet, maar ik snap het heel goed. Ik
graai de medicatie bij elkaar en laat de man boos achter. Wat een …..
en dat in een voor Gambiaanse begrippen professioneel ziekenhuis. Die
man zou bij mij meteen op stoep staan. Na dit incident hebben we de
moeder van Alhagie Bah naar Latrikunda gebracht waarna Houwa en ik
onze weg naar huis vervolgden. Maar eerst nog even langs Yaay om het
gebruik van de medicatie uit te leggen aan haar oma. We troffen oma
jammer genoeg niet thuis. Ze handelt om aan de kost te komen in vis
en is in de ochtend en vroeg op de avond op het strand te vinden. We
horen echter van Yaay dat haar net nieuwe katheterzakje niet geleegd
kan worden. Het zakje raakt al aardig vol met urine en dit kan zo
niet de nacht door anders krijgt ze weer problemen. Ik probeer ook of
het mij lukt maar ik krijg de urine er op de een of ander manier niet
eruit. De pijn is nu in elk geval weg want gisteren is al begonnen
met de antibiotica. In de hoop dat de verpleger van het ziekenhuisje
in Tanji hier raad mee weet rijdt ik er opnieuw naar toe. Ik vertel
hem het verhaal en hij beloofd mee te komen. Na even wachten rijden
we met zijn drieen opnieuw naar Yaay.
Na het e.e.a. uitgeprobeerd te hebben
lukt het de verpleger het zakje te legen. Pfffff, wat ben ik blij dat
ik niet weer opnieuw terug moet naar het Africmed. Ik ben doodmoe na
drie dagen ziekenhuis in en uit ben ik blij als ik weer thuis kom en
even kan relaxen.
Vanmiddag nog even naar Yaay in de hoop
nu haar oma te treffen en ja hoor, ze is thuis. Ik leg haar het
gebruik van de medicatie uit. Daarna kletsen we nog even en ik leg
haar uit dat ik volgende week naar huis ga. Dat ik dan gauw met een
aantal mensen bij elkaar ga komen waaronder Lonneke en Harry(Je ziet
haar gezicht oplichtenals ik hun namen noem). Een aantal mensen
zullen in januari naar Gambia komen om haar o.a. te trainen zindelijk
te worden. Ik vraag haar zo goed als ze kan mee te werken. Als dat
lukt kan ze naar het klasje van Houwa. Ik vertel haar dat ze dan
mooie kleren kan dragen en zelfs ondergoed. Ze straalt helemaal.
Prachtig toch! We halen de radio die ze van Harry gekregen heeft en
gelijk komen de klanken van Youssou N´dour uit het apparaat. Ik
beweeg haar rolstoel op de maat van de muziek heen en weer. Yaay
begint met haar vingers te knippen. Een ander meisje dat een eindje
verderop zit begint te swingen en zelfs oma begint in haar handen te
klappen. Prachtig! We hebben met zijn allen al heel veel bereikt bij
deze familie. Degene die weten hoe we haar aantroffen weten wel wat
ik bedoel.
Waar je vaak niet aan denkt is het tijdstip waarop je internet. Als ik op de laptop werk kan ik dat het beste ,s nachts doen ( gaaaaap.. zoals nu). Verder heb ik goede resultaten met Qcell. Maar ook daar weer geldt: de ene plaats is de andere niet. In Kartong hoef je dat bijv. niet e proberen. Welke dongel heb je?
BeantwoordenVerwijderen