Home

zaterdag 13 december 2014

Bezoek aan het binnenland


Na drie dagen op en neer rijden naar Serekunda, uren wachten en vijftig euro lichter heb ik eindelijk een visum voor Senegal. We willen namelijk volgende week het dorp Kuho Sosse bezoeken net over de grens bij Kuntaur waar ik al drie jaar niet meer ben geweest. Ook heb ik tot tweemaal toe een stick gekocht bij verschillende providers om te kijken of ik internet kan ontvangen in Tanji, maar helaas! Het internet is zo langzaam dat ik bij het laden van een pagina haast in slaap val. Ik weet niet hoe anderen dat doen maar het kost mij erg veel moeite om te kunnen communiceren via internet. Thuis heb ik internet wel op mijn telefoon, maar bij het beantwoorden van de mails zijn de letters zo klein dat ik er steeds naast zit en maak ik fout na fout. In het internetcafe is of de verbinding slecht, of de stroom valt uit of ik heb een toetsenbord waar ik een gereedschapskist bij nodig heb om het te kunnen bedienen. Ik weet niet hoe anderen dit doen maar mij lukt het op de een of andere manier niet goed en heb ik de stick maar weer terug gebracht.
Donderdagmiddag had ik een meeting met het team in het Youth and Community Center met als hoofdonderwerp; Hoe verder voor ieder teamlid als volgend jaar het centrum wordt overgedragen aan de gemeenschap? Ik heb hen gevraagd daarover na te denken. Verder maak ik me zorgen over de terug lopende klandizie in het internetcafe. Dit heeft meerdere oorzaken nl. de internetconnectie is vaak slecht, de openingstijden zijn te kort en er is vorig jaar een ander internetcafe geopend waar veel, eerder klanten van ons, nu naar toe gaan. Het internetcafe is een belangrijke inkomstenbron voor het Youth Center. Ik heb het team nu een voorstel gedaan waarbij ze zelf moeten investeren in een snellere inernetverbinding. Ik wacht even op hun reactie.
Zaterdagochtend waren Alhagie en ik uitgenodigd bij het Fajara Skill Center in Fajara voor een diploma uitreiking. Nyma, een jonge dame die gesponsord wordt door Piet uit Eindhoven, ontving haar diploma catering. Na een muziekuitvoering van de politiefanfare, een toneelstuk en een paar speeches werd er aan een 25 tal jonge dames hun diploma uitgereikt. Dit zijn meestal meiden die normaal gesproken kansloos zijn en die bij Mrs. Jane (direktrice van de school) een kans krijgen op een beroepsopleiding. Mrs. Jane doet dan ook prachtig werk en tijdens de ceremonie kon ik voelen dat ze een goede band had opgebouwt met haar studenten.
In de middag samen met Jarrai (moeder van Alhagie) en Mariama (nichtje) vertrokken naar Tendaba Camp om daar te overnachten en de dag erna te vervolgen naar Jakaba. Jarrai is immers na een bezoek van 2,5 maand aan Nederland en nog eens 6 weken in Tanji te zijn geweest niet meer thuis geweest.
Op de weg van Tendaba Camp naar Janjanburee slaan we in Jarra (provincie op de zuidbank) linksaf om Yakuba, Alhagies jongste broer op te zoeken. Om in dat dorp te komen moet je dus een eind echt door de bush. De weg daar naar toe was super slecht, maar de omgeving super mooi. Zo groen, zoveel prachtige bomen, plassen water waarop vele waterlelies volop bloeien en op de achtergrond heuvels met hoog daarop pronkend grote baobab bomen. Onderweg hadden we twee zakken van 50 kg. suiker gekocht i.p.v. rijst. Rijst is er in dit gebied volop maar het is weer moeilijk en kostbaar om aan suiker te komen. Van gepalmde rijst gemend met suiker wordt in de ochtend als ontbijt een pap gemaakt. Op de eerste compound waar we aankwamen wonen zo´n 10 jongens in de leeftijd van 10 tot 20 jaar die daar dagelijks les krijgen in de Koran. Daarnaast helpen ze mee om de compound te onderhouden en werken ze mee op het land. Ze verblijven daar meestal een paar jaar.
Daarna zijn we naar de compound gereden waar Yakuba al een aantal jaren verblijft. Hier woont ook familie. Yakuba wordt daar net zolas de andere jongens onderwezen in de Koran en daarna zal hij waarschijnlijk naar een andere school gaan. In Gambia is het heel normaal dat kinderen i.p.v. bij hun eigen ouders bij andere familieleden verblijven. Hij was erg blij ons te zien en zag er goed uit. Alleen viel het ons op dat hij nogal wat uitslag in zijn gezicht had. Na vele begroetingen en gebeden kregen we een lunch aangeboden. Ik bedankte daarvoor want ik kan niet goed tegen de palmolie die daarin verwerkt wordt en bovendien lust ik geen vis. Gezien ik alleen maar kan luisteren omdat ik hun taal niet spreek wordt er naar wat ik ervan begrijp niet zoveel zinnigs met elkaar uitgewisseld behalve dan de eerder genoemde begroetingen die elk zo´n paar minuten in beslag nemen.

Zo´n begroeting gaat dan als volgt, maar dan in de lokaal gesproken taal het Mandinka.
How are you? I am fine.
How is your wife? She is fine.
How are your children? They are fine.
How is your father? He is fine.
How is your mother? She is fine.
How is your sister? She is fine.
How is your brother? He is fine.
En dan afhankelijk van hoeveel zoons, dochters, broers of zussen je hebt wordt ieder bij naam genoemd en voordat je dan zo´n hele familie hebt gehad.......pffff!
En dat gaat dan zo bij iedereen die je ontmoet,
En ´fine´ of niet ´fine´ iedereen antwoord altijd gewoon ´fine´.

Na een tijdje in dit dorp te zijn verbleven zwaaien we Yakuba en vele anderen uit en vervolgen we onze weg voor de oversteek in Janjanburee naar de noordoever. Na de oversteek rijden we eerst naar Jakaba waar we vervolgens op de compound waar Jarrai woont worden onthaalt door een heel welkomstcomite. Iedereen is erg nieuwschierig natuurlijk naar haar verhalen uit Nederland en ik ben ervan overtuigd dat haar hele huisje die avond vol zat om haar bijzondere verhalen te horen.
Alhagie en ik rijden als het al donker is een stukje terug naar Janjanburee Camp om daar onze nacht door te brengen. Net voordat we de ingang bereiken, het is al donker, ontmoeten we twee mannen die ons vragen wat we komen doen. Wij zeggen te willen overnachten. Het kamp is eigenlijk gesloten want er zijn al drie weken geen gasten meer geweest. Ik ben enigszins verbaasd omdat hier altijd veel gasten komen, maar ook dit zal wel komen door het gevreesde Ebola verhaal. Uiteindelijk zijn we toch welkom en openen ze een kamer voor ons. De man verteld ons dat er geen elektriciteit en geen water voorradig is. Jeetje, en ik had nu net zo´n behoefte aan een frisse douche. Wat nu? De man beloofd ons om twee emmers water te gaan halen. Rond kijkend in de door ons toegewezen kamer met het licht van een kaars ondek ik allemaal muizekeutels verspreid over de vloer. Ja, dat kan gebeuren natuurlijk hier in de bush na drie weken geen gasten. Dat nemen we dan wel op de koop toe. Even later komt de man terug met de emmers water en ik plaats ze in de ruimte die als badkamer dienst doet en zich achter een gordijntje bevindt. Ik pak mijn zaklamp en wat schone kleren om me te gaan wassen maar terug in de badkamer kan ik nergens een haakje ontdekken waar ik mijn kleren kwijt kan. Op de vloer vind ik het ook niet fris, dus leg ik ze maar op het bed in de kamer. Terug in de badkamer schijn ik met mijn zaklamp in de emmers met water en zie dat het water geel tot bruin gekleurd is. Gatver! Hebben ze dit uit de rivier geschept misschien? Wat nu? Zo mijn bed in stappen of me maar wat opfrissen met dit vieze water? Ik kies dan toch maar voor het laatste, maar eerst even naar toilet. Ik trek de deksel van de WC omhoog en wat zie ik, een grote drol drijvend in de toiletpot. Nu heb ik het even helemaal gehad. Ik zeg tegen Alhagie; Ik kan er nu even niet meer tegen, dit is jouw land en jij mag die drol wegspoelen. Alhagie loopt al druilend richting badkamer en doet dat nog voor mij ook, die lieverd!
Luister, normaal gesproken kan ik best wat hebben maar na een lange dag al zwetend tot in mijn onderbroek in de auto te hebben gezeten, de tientallen ellelange begroetingen en de evenzovele gebedjes en dit primitieve gedoe heb ik het gewoon even helemaal gehad.
Met een plastic kopje gevuld met geel-bruin water overgiet ik mezelf en probeer me zo goed en zo kwaad als het kan wat op te frissen. Die nacht slaap ik als een roos maar wel onder een muskietennet en dat is maar goed ook. De volgende ochtend vind ik mijn koekjes die ik bij me had aangevreten door de muizen. Na een ontbijt aan de oever van de rivier met overigens een een prachtig uitzicht besluiten we die avond te gaan slapen in Kuntaur.
Eerst rijden we naar de markt in Wassu om zakken rijst te gaan kopen. Daar ontmoeten we Alhagie Bah, een hele goede vriend van ons die al jarenlang bij ons in Tanji werkt. Hij is nu al een paar maanden hier omdat eerst zijn vader en nu zijn moeder ziek is. Ik was erg blij om hem weer te zien. Alhagie komt uit een Fula dorp hier in de buurt genaamd Bulbuck en heeft een speciale energie waardoor ik me erg op mijn gemak voel bij hem. Nadat we 6 zakken rijst hebben gekocht rijden we naar zijn dorp een 10 km. verderop. Daar worden we door de dorpelingen enthousiast onthaalt. De afgelopen jaren bezoek ik dit dorp regelmatig en de mensen kennen me inmiddels. We leveren de zakken rijst af op de compound van Alhagie Bah van waaruit ze verdeeld zullen worden over de andere 5 compounds in dit kleine maar o zo bijzondere en beeldschone huttendorpje wat omringt wordt door vele immens grote baobab bomen. Alhagie Bah vraagt me even naar zijn moeder te komen kijken. Ik moet me bukken om door het lage deurtje de hut binnen te komen. Dan zie ik zijn moeder rusteloos op een van riet gemaakt bed, zonder matras en bedekt met alleen een doek. Ik kijk naar haar toch nog redelijk jonge maar pijnlijke gezicht en zie dat ze werkelijk ziek is. Alhagie Bah verteld me dat ze al naar verschillende ziekenhuizen in de buurt is geweest maar dat ze toch nu toe geen resultaat hebben gehad. Ik vraag de moeder wat er aan de hand is en met met vertaling van Alhagie Bah begrijp ik dat ze al ruim vier maanden ziek is en vergaat van de pijn. De hele familie maakt zich zorgen om haar en zelf wordt ze steeds depressiever omdat ze denkt dat ze dood gaat. Het probleem is begonnen aan haar voeten en trok langzaam naar boven. Nu zit het in haar hele lijf met klachten als een brandend gevoel, gevoelloosheid aan de oppervlakte van de huid en pijn. Nu vooral in haar (boven)rug en druk op haar hoofd. Als ik haar obeserveer zie ik dat ze geen comfortabele positie kan vinden, zowel niet zittend, liggend of staand. Ook begrijp ik dat ze daardoor niet kan slapen. Ja, wat nu? Een goed ziekenhuis is in dit gedeelte van het land niet te vinden. Zelfs een apotheek om pijnstillers te halen is er in de wijde omgeving niet te vinden. Ik vertel Alhagie dat ik het vermoeden heb dat ze een ernstig vitamine tekort heeft, maar dat ik het beter vind als ze onderzocht word door een arts en over een paar dagen met ons meerijdt naar het westen van Gambia om daar een goed ziekenhuis te bezoeken. Alhagie Bah verteld me dat ze al maandenlang proberen haar hiervoor over te halen maar dat ze niet durft. Ze is immers nog nooit uit de veilige omgeving van haar dorp weg geweest. Daarna nog even de vader van Alhagie Bah bezocht die ook niet helemaal in orde is. Hij is broodmager en heeft geen energie meer. Ik heb het vermoeden dat hij een ernstig ijzertekort heeft. De mensen in dit deel van het land eten veel te eenzijdig en naarmate ze ouder worden doet dat inbreuk op het vitamine en mineralen gehalte in het lichaam waardoor werkelijk ernstige problemen ontstaan.
Daarna rijden we terug naar Wassu om een paar zakken rijst en suiker te kopen voor Jakaba. In Jakaba aangekomen worden de zakken op de compound van Jarrai neergelegd van waaruit ze verdeeld worden over de verschillende Kafo´s in het dorp. Een Kafo bestaat uit een groep vrouwen die elkaar helpen en ondersteunen. Elk dorp heeft één of meerdere Kafo´s afhankelijk van de grote van het dorp.
Daarna nog een keer terug naar Wassu voor de rest van de rijst/suiker. Een zak weeg immers 50 kg. en we willen de auto niet overbelasten want we moeten er ook nog mee terug naar huis. Die middag al zittend bij Jarrai thuis op de bank voel ik me niet helemaal lekker. Ik heb immers lange tijd in de auto zitten wachten vandaag die volop in de zon stond en daarnaast is het ook nog reuze druk in Wassu op maandag vanwege de markt. Uit de hele omgeving komen mensen met paarden en ezelskarren hun wekelijkse boodschappen doen. Daarnaast kent Alhagie Jan en alleman daar in de buurt en duren de begroetingen dan ook eindeloos. En ik maar wachten en wachten tot dat we eindelijk weg kunnen uit de hitte en drukte. Die avond zit ik alleen op Kairoh Garden in Kuntaur. Alhagie moet terug naar Jakaba om nog meer mensen te begroeten. Ik ben blij dat ik even rust heb en klets wat bij met Alasana die ik jaren geleden al heb leren kennen in Tanji en nu hier werkt.
Die nacht heb ik last van vreselijke oorpijn. Gedurende mijn hele verblijf in Gambia heb ik al last van mijn oor omdat ik er met douchen steeds water in krijg. Nu doet het echt zeer en om vijf uur slaap ik nog steeds niet waarop ik besluit antibiotica te nemen. Een uurtje later trekt de pijn wat weg en slaap ik nog een paar uur.
De volgende morgen brengen we een bezoek aan de school in Jakaba. Gelukkig deze keer geen ontvangst door honderden mensen maar alleen even een gesprek met het lerarenteam. We overhandigen hen het sponsorgeld wat ingezameld is door Hannie Vervoort via verschillende sponsoren in Nederland.
Ze zijn hier weer reuze blij mee uiteraard en bedanken ons en iedereen in Nederland heel hartelijk. Ik vraag hen een financieel overzicht te maken in januari over het jaar 2014 zodat we dit toe kunnen sturen aan de sponsoren als feedback. Verder gaat het prima op school. Ze krijgen regelmatig ondersteuning vanuit de overheid omdat de school nu voldoet aan alle eisen die gesteld worden en onlangs hebben ze voor alle kinderen tekenblokken gekregen. De Engelse lessen voor de vrouwen uit het dorp zijn ook nog steeds gaande. Het enige is dat ze nog wat meubeltjes tekort komen in de twee nieuwe klassen die twee jaar geleden zijn gebouwd. Alhagie wist dat er in de container van Go4Africa die in januari aankomt nog schoolmeubels zitten en zal Jan Huizinga vragen of de school er een aantal mag hebben. Ook zijn er schoolmaterialen vanuit Nederland onderweg die eind deze maand zullen arriveren in Gambia.
Van daaruit rijden we weer naar Wassu om bij de douane een papier te bemachtigen zodat we met de auto Kuho Sosse in Senegal in mogen. Na wat heen en weer geloop van Alhagie en Alhagie Bah met een bezorgde uitdrukking op hun gezicht krijg ik te horen dat we niet de juiste autopapieren bij ons hebben. De papieren zijn waarschijnlijk in Tanji door deze of gene omgewisseld. Dat houdt in dat we Senegal niet in mogen, dus......visum voor niets aangevraagd. Nou ja, dat is dan maar zo. Ik vind het alleen wel erg jammer dat ik de mensen in dat dorp ook dit jaar weer niet kan ontmoeten. Ik heb het immers altijd heel speciaal gevonden om naar Kuho toe te gaan, maar helaas....
Dan rijden we vanuit Wassu naar een wat verder weg gelegen dorp naast de hoofdweg. Alhagie heeft daar via Go4Africa een paar jaar geleden een auto geschonken die nu dienst doet als ambulance. De mensen daar hebben hem nu uitgenodigd om langs te komen. Na een kwartiertje rijden arriveren we in het dorp. Ook hier geven we een zak rijst. We ontmoeten een man die marabout is en veel voor het dorp doet. Hij nodigd ons uit om binnen te komen. Hij begint te vertellen, in Wolof deze keer, waar ik dus ook helemaal niets van kan volgen. Iedereen luistert aandachtig. Ik besluit ondertussen wat met mijn telefoon te gaan spelen om mezelf een beetje te vermaken, want ook hier duurt het verhaal erg maar dan ook erg lang. Later als we wegrijden legt Alhagie mij uit wat de marabout verteld heeft. Jaren geleden kwam hij in dit dorp wonen en ontdekte dat de bewoners erg bang waren voor struikrovers. Het dorp werd dan ook regelmatig overvallen. Op eigen initiatief en met eigen geld liet hij een politiebureau bouwen om de bewoners te beschermen. Later volgde een kleine dorpskliniek en een school. Hij leeft erg eenvoudig en het geld wat hij als goede en betrouwbare marabout verdiend besteedt hij aan het welzijn van de dorpsbewoners. Dat is toch een prachtig verhaal, of niet dan! Als elk dorp in Gambia zulke mensen had dan zou Gambia in no time een grote verandering ondergaan.
Daarna nog even naar Jakaba waar ik de familie van Kebba heb bezocht. De broer van Kebba is twee jaar geleden aan een dwarsleasie overleden en zijn vader heeft een herseninfarct gehad waardoor hij deels verlamd is geraakt. De familie is daardoor in de problemen gekomen en ze zouden dolgraag een waterput naast hun huisje willen hebben zodat ze vlak bij huis wat kunnen tuinieren. Maar ja …. ook dat kost weer geld.
Alhagie Bah vraagt ons ´s avonds mee naar zijn dorp te gaan om te proberen zijn zieke moeder over te halen om morgen met ons mee te gaan naar West Gambia zodat ze naar een goed ziekenhuis kan. Hem lukt het immers niet want ze zegt bang te zijn. Die avond rijden we opnieuw naar Bulbuck. Het is donker en de maan schijnt helder. Aan de rand van het dorp liggen tientallen koeien te rusten, moe van een hele dag rondzwerven over de nabij gelegen vlaktes. We rijden met de auto op de compound van Alhagie Bah en stappen uit. Opnieuw betreed ik de hut waar de moeder nog steeds rusteloos ronddwaalt, dan zittend, dan liggend en dan weer staand. Met het licht van een zaklamp kijk ik in haar pijnlijke en bezorgde gezicht. Ik vraag haar waar ze bang voor is? Ze zegt bang te zijn om weg te moeten van haar familie en haar vertrouwde omgeving. Ik vertel haar dat als ze hier blijft niet beter zal worden. Dat haar familie vreselijk bezorgd om haar is en dat ze nu de kans heeft om redelijk comfortabel mee te kunnen rijden, want anders zou ze in een bushtaxi met vele mensen op elkaar gepropt de lange reis moeten maken wat me onverstandig lijkt in haar toestand.
Ook Alhagie probeert haar nogmaals over te halen en uiteindelijk stemt ze ermee in.
Die avond zit ik in dit bijzonder mooie echt Afrikaanse dorpje wat omringt wordt door vele baobabs die in het schijnsel van het maanlicht als donkere schaduwen tegen de hemel staan en temidden van de lieve inwoners van jong tot oud op hun bantaba. Ik versta hun taal niet maar dat hoeft nu ook even niet. Ik voel de vredige energie die deze mensen en dit dorp omringt en ik wil hier nu even niet meer weg. Zo bijzonder...... ik geniet volop van dit bezoek en het maakt dubbel en dwars goed dat we diezelfde ochtend niet naar Senegal konden afreizen.
Op de terugweg gaan we nog even langs bij Jarrai om afscheid te nemen. Als we laat op de avond aankomen is het stil. Iedereen slaapt. We kloppen zachtjes bij het huisje aan en even later verschijnt Jarrai met een slaperig gezicht in de deuropening. We omhelzen elkaar want de komende drie maanden zullen we elkaar niet meer zien. Ze bedankt me voor de mooie tijd die ze de afgelopen maanden heeft gehad en voor de fijne en vertrouwde band die we hebben opgebouwd al die jaren.
Die nacht slaap ik gelukkig goed en de volgende dag vetrekken we met Alhagie Bah, zijn moeder en een nichtje met twee kinderen weer richting het westen. Onderweg eerst nog even langs de school in Jahawour die Henk en Lineke uit Groningen willen gaan ondersteunen. Ze hebben besloten geld in te zamelen voor een muur rondom de schooltuin en we moeten even weten hoeveel meter muur er moet komen. Dit duurde gelukkig niet te lang en algauw kunnen we weer doorrijden. Bij de pond in Farafenni aangekomen geeft Alhagie aan dat we een ´emergency´ geval zijn dus mogen we langs de lange rij met wachtende auto´s rijden om als eerste de aan komen varende pond op te mogen. Een of andere bushtaxi chauffeur probeert toch nog zijn bus voor ons langs de boot op te persen en Alhagie krijgt het vreselijk aan de stok met de mensen die het verkeer begeleiden. Maar goed even later is het leed weer geleden en staan we met een paar centimeter tussenruimte van de auto´s naast, achter en voor ons te wachten in de brandende zon tot dat we de overkant bereiken. De moeder van Alhagie Bah houdt ik op de been met paracetamol die ik gelukkig bij me had. Als ik naar het binnenland vertrek neem ik allerlei medicatie mee want je weet maar nooit en daar is niets te krijgen. Onderweg rijdt Alhagie de hele tijd met zijn alarmlichten aan. Ik vraag waar dat goed voor is en hij zegt dat iedereen dan kan zien dat we een ´emergency´ geval zijn. Oke, ik snap het maar dat duurt niet lang. Als we bij een of andere politiepost komen, staan er opeens drie mannen aan het autoraampje met eveneens drie verschillende kleuren uniformen die weer de bekende begroeting raadplegen. Een andere man die wat verderop op een stoel zit roept Alhagie. Alhagie Bah rent er ook achteraan. Ik kijk vanuit de auto toe. Er wordt handje geklapt, naar binnen gelopen en weer naar buiten, nog eens gegroet, gepraat, lol gemaakt en al wachtende duurt het voor mijn gevoel eindeloos. Ik kijk achter me en zie dat de zieke moeder zich niet comfortabel voelt. Ze vraagt me op ze even uit de auto kan en ik open de deur voor haar. Samen met het nichtje steekt ze de straat over. Ik pas op haar kinderen. Ik denk dat ze naar het toilet moet. Even later komen ze terug en staat Alhagie nog steeds volop te praten met bijgaand gebarentaal. Emergency is plotseling over bedenk ik me. Na nog even wachten vind ik dat het nu wel genoeg is. We zijn per slot van rekening ´emergency´ en ik duw flink op het stuur om de toeter in werking te stellen. Ik blijf vasthouden net zolang totdat ik zie dat ze allemaal begrijpen dat het serieus is. De hele politiepost kijkt op inclusief Alhagie en Alhagie Bah. Gauw worden er handen geschut, een laatste conversatie uitgewisselt en ja hoor we kunnen weer vertrekken. Een uur verderop ziet Alhagie plotseling de auto van iemand die hij kent aan de kant van de weg staan en vraagt zich af of er misschien iets aan de hand is, dus keert hij de auto en gaat op inspectie uit. Er blijkt een baby ceremony aan de gang te zijn. Weer begroetingen, weer handjes schudden, weer mensen die door mijn autoraampje vragen: How are You? How are your sons? How is your father? How is your mother ed. ed. ed. Ik wil naar huis!!!!!
In Brikama aangekomen zetten we het nichtje met haar kinderen inclusief de zakken peanuts en wat nog allemaal niet meer af en kunnen wij eindeljk doorrijden naar het nieuwe Africmed ziekenhuis in Brusubi. Keurig ziekenhuis met hardwerkende mensen en een goed systeem. Nadat we ons gemeld hebben wordt de zieke moeder gewogen, gemeten en getemperatuurd en wordt er bloed en unrine afgenomen voor een lab test. Later mogen we de spreekkamer binnen en treffen we een arts die Fula spreekt. Geweldig, wat dit is de taal van de moeder, die zich daardoor vast beter op haar gemak voelt. Ze kan nu in haar eigen taal uitleggen wat er aan de hand is. De dokter concludeerd dat het een combinatie is van te hoge bloeddruk, een ernstig vitaminegebrek, een slecht spijsverteringssysteem en altijd harde arbeid verricht te hebben. Hij adviseert haar om twee dagen in het ziekenhuis te blijven. Ze wordt aan het infuus gelegd en haar zoon Alhagie Bah zal die nacht bij haar blijven. Alhagie en ik gaan naar huis en nemen afscheid van haar. Ze geeft me een hand en voor het eerst zie ik een glimlach op haar gezicht. Ik ben werkelijk doodmoe van de lange reis en het wachten in het ziekenhuis maar dit doet me goed. Na een heerlijke maaltijd en een frisse douche kruip ik die avond vroeg mijn bed in. Alhagie blijkt onvermoeibaar want hij gaat midden in de nacht nog een paar uur van de muziek van Jeliba Kuyateh genieten die vanavond op het Youth and Community Center speelt.
De volgende dag spreek ik met Houwa af, die de moeder van Alhagie Bah ook heel goed kent, ze zijn immers familie, dat we naar het ziekenhuis zullen gaan voor een bezoek. Maar eerst even langs Yaay, want die heb ik immers een aantal dagen niet gezien. Bij Yaay aangekomen zie ik zoals anders als ze me ziet geen lach op haar gezicht. We vragen wat er aan de hand is en ze verteld dat het slangetje van het katheter pijn doet sinds een paar dagen. Een infectie bedenk ik me meteen. Ook dat nog. Ik vertel haar dat we meteen naar het ziekenhuisje in Tanji zullen rijden om te vragen of ze daar het katheter kunnen vervangen. Nee dat kunnen ze niet en daarom zullen we haar mee moeten nemen naar Africmed. De verpleger rijdt wel even met ons mee om haar te behandelen voor decubitus zodat ze schoon is voordat we vertrekken. Ik ben wel blij dat de verpleger eerlijk erkend dat hij het katheter niet kan vervangen want dat doet lang niet iedereen hier. Nadat we Yaay met rolstoel en al in de auto hebben gezet rijden we naar Brusubi waar we net zoals gisteren dezelfde procedure volgen. Tijdens het wachten, wat deze keer veel langer duurt, brengen we bezoekjes aan de moeder van Alhagie Bah. Ze zegt zich nu wel iets beter te voelen na alle medicatie maar de pijn blijft. Die nacht heeft ze praktisch niet geslapen want het licht en de vertilator stoorde haar. Houwa legt haar uit dat er knopjes aan de muur zitten waarmee ze het licht en de ventilator uit kan zetten. Verbaast kijkt ze Houwa aan. Ze heeft immers nog nooit met elektriciteit te maken gehad dus doet Houwa voor hoe ze de knopjes kan bedienen.
Na bijna drie uur wachten wordt Yaay naar binnen geroepen om haar katheter te vervangen. Een lieve verpleegkundige die gelijk een klik met haar had toen ze Yaay al eerder zag bij het temperaturen verving de katheter. Yaay was wat angstig en ik moest helpen haar benen uit elkaar te houden in de overigens erg kleine ruimte. Na het ophalen bij de apotheek van antibiotica en een ijzerpreparaat konden we weer richting Tanji. Om negen uur zat ik pas aan de warme maaltijd. Ik had sinds vanochtend niet meer gegeten en had een berehonger.
Vrijdagochtend wordt ik gebeld door Alhagie Bah met de mededeling dat zijn moeder naar Banjul of Serekunda hospital moet voor een scan en of we z.s.m. kunnen komen. Gelijk nadat Houwa thuis kwam van school reden we voor de derde dag naar het ziekenhuis. Er bleek een X Ray scan gemaakt te zijn die ochtend en er was op waar te nemen dat in de middenrug het kraakbeen tussen de ruggewervels was verdwenen. Dat is de reden dat ze zo´n pijn heeft waarschijnlijk. Nu krijgen we het advies om nog een scan te laten maken zodat aan de hand daarvan bepaald kan worden wat te doen. Dit gaat nog eens 4000 dal. kosten. De arts in Serekunda hospital zit al op ons te wachten wordt ons verteld. Ik laat Alhagie Bah weten dat ik eerst wil weten wat de opname en de medicijnen tot nu toe gekost hebben want gezien ze niet verzekerd zijn ben ik als ik niet uitkijk binnen de kortste keren blut. Na een uur wachten komt de rekening, ruim 10000 dal. inclusief opname, infuus, medicatie en X Ray scan. Prima, ik heb ermee ingestemd dat ze hier twee dagen zou blijven en heb dan ook keurig betaald. Maar nu vraag ik me wel af of we haar onmiddelijk naar het Serekunda hospital moeten laten gaan. In Nederland zou ik dat onmiddelijk doen, maar hier heb ik er mijn twijfels over. Dit omdat ik het vermoeden heb dat de medische wetenschap hier niet zover ontwikkeld is dat ze verandering aan kunnen brengen aan een rug waarvan het kraakbeen versleten is. We kunnen dan wel die scan laten maken, maar dan...... ? Zijn we weer 4000 dal. kwijt en kunnen we verder alsnog niets. Met de andere klachten die ze heeft weet ik wel raad. Er zijn immers medicijnen voorgeschreven die ze voorlopig in kan nemen, maar met die rugklachten daar wil ik liever even de tijd voor nemen om erover na te denken. Ik bel de wachtende dokter in Serekunda af en zeg hem er later op terug te komen. We besluiten met goedkeuring van haar behandeld arts uiteraard dat we haar meenemen naar een familiecompound in Latrikunda zodat ze daar in het weekend tot rust kan komen. Later zullen we kijken wat we verder kunnen doen. Nog even bij de ziekenhuisapotheek de medicatie ophalen en dan kunnen we weg,....... dacht ik. Ik krijg het vreselijk aan de stok met de man die in de apotheek werkt (Sorry, ik kan het geen apotheker noemen maar eerder een oplichter).
De arts bracht mij een briefje met alle medicatie daarop geschreven wat ik heb afgegeven bij de apotheek. De apotheek moet dit afstemmen met de cassiere die dit in rekening brengt. Dit had ik al voldaan. Nu zou ik aan de hand van wat de arts voorgeschreven heeft de medicatie in ontvangst kunnen nemen bij de apotheek, maar dat loopt anders. Van de pijnstillers van 400 mg. die voorgeschreven zijn voor 7 dagen krijg ik nu maar 8 capsules a 100 mg voor mijn neus. Dit is voor 2 dagen. Als ik meer wil hebben moet ik 1000 dal. bijbetalen. Dit schiet helemaal verkeerd bij mij. Gisteren had dezelfde man zo´n zelfde smoesje. Ik had namelijk al 700 dal. voor het katheter voor Yaay betaald bij de cassiere en toen ik het bij hem op ging halen moest ik opeens bij betalen, omdat zei hij dit een ander type katheter was. Ik heb dat toen maar gedaan, want weet ik veel. Nu weet ik zeker dat hij me probeert op te lichten en ik wordt dan ook laaiend. Iedereen die zich in de ziekenhuishal bevindt kijkt mijn kant op, maar dat kan me niets schelen. Ik vertel hem luidt en duidelijk dat hij me probeert op te lichten. Hij zegt steeds, maar mevrouw u snapt het niet, maar ik snap het heel goed. Ik graai de medicatie bij elkaar en laat de man boos achter. Wat een ….. en dat in een voor Gambiaanse begrippen professioneel ziekenhuis. Die man zou bij mij meteen op stoep staan. Na dit incident hebben we de moeder van Alhagie Bah naar Latrikunda gebracht waarna Houwa en ik onze weg naar huis vervolgden. Maar eerst nog even langs Yaay om het gebruik van de medicatie uit te leggen aan haar oma. We troffen oma jammer genoeg niet thuis. Ze handelt om aan de kost te komen in vis en is in de ochtend en vroeg op de avond op het strand te vinden. We horen echter van Yaay dat haar net nieuwe katheterzakje niet geleegd kan worden. Het zakje raakt al aardig vol met urine en dit kan zo niet de nacht door anders krijgt ze weer problemen. Ik probeer ook of het mij lukt maar ik krijg de urine er op de een of ander manier niet eruit. De pijn is nu in elk geval weg want gisteren is al begonnen met de antibiotica. In de hoop dat de verpleger van het ziekenhuisje in Tanji hier raad mee weet rijdt ik er opnieuw naar toe. Ik vertel hem het verhaal en hij beloofd mee te komen. Na even wachten rijden we met zijn drieen opnieuw naar Yaay.
Na het e.e.a. uitgeprobeerd te hebben lukt het de verpleger het zakje te legen. Pfffff, wat ben ik blij dat ik niet weer opnieuw terug moet naar het Africmed. Ik ben doodmoe na drie dagen ziekenhuis in en uit ben ik blij als ik weer thuis kom en even kan relaxen.
Vanmiddag nog even naar Yaay in de hoop nu haar oma te treffen en ja hoor, ze is thuis. Ik leg haar het gebruik van de medicatie uit. Daarna kletsen we nog even en ik leg haar uit dat ik volgende week naar huis ga. Dat ik dan gauw met een aantal mensen bij elkaar ga komen waaronder Lonneke en Harry(Je ziet haar gezicht oplichtenals ik hun namen noem). Een aantal mensen zullen in januari naar Gambia komen om haar o.a. te trainen zindelijk te worden. Ik vraag haar zo goed als ze kan mee te werken. Als dat lukt kan ze naar het klasje van Houwa. Ik vertel haar dat ze dan mooie kleren kan dragen en zelfs ondergoed. Ze straalt helemaal. Prachtig toch! We halen de radio die ze van Harry gekregen heeft en gelijk komen de klanken van Youssou N´dour uit het apparaat. Ik beweeg haar rolstoel op de maat van de muziek heen en weer. Yaay begint met haar vingers te knippen. Een ander meisje dat een eindje verderop zit begint te swingen en zelfs oma begint in haar handen te klappen. Prachtig! We hebben met zijn allen al heel veel bereikt bij deze familie. Degene die weten hoe we haar aantroffen weten wel wat ik bedoel.


1 opmerking:

  1. Waar je vaak niet aan denkt is het tijdstip waarop je internet. Als ik op de laptop werk kan ik dat het beste ,s nachts doen ( gaaaaap.. zoals nu). Verder heb ik goede resultaten met Qcell. Maar ook daar weer geldt: de ene plaats is de andere niet. In Kartong hoef je dat bijv. niet e proberen. Welke dongel heb je?

    BeantwoordenVerwijderen