Home

zaterdag 4 april 2015

Het bestuur van FFYP naar Gambia

Op 14 maart j.l. was het weer zover. Met Toon en Nellie reisde ik (allen bestuursleden van Future for Young People) af naar Gambia. Fijn weer dat we samen konden gaan. Ik wist dat Alhagie druk zou zijn. Dit is voor hem immers de drukste tijd van het jaar omdat Go for Africa zeven weken aanwezig is met een zeventien tal studenten. Samen met Toon en Nellie kon ik dan toch de nodige dingen doen. De eerste dag van ons verblijf hebben we dan ook gewacht op de aankomst van Go for Africa in Tanji, wat altijd met een feestelijke ontvangst gepaard gaat. Dit was ook het moment dat ik Alhagie na drie maanden weer zou ontmoeten. Fijn natuurlijk om hem weer te zien, alleen was hij doodmoe van een week op reis te zijn geweest om de teams van Go for Africa op te halen in Mauretanie.

We hadden nog wat geld gedoneerd gekregen om zakken rijst uit te delen. We hadden daarom besloten om 5 gezinnen met gehandicapte kinderen, die pas nog gevonden waren  door Ciska en de sociaal werker van Tanji, te voorzien van rijst. Samen met Alhagie Bah en Houwa zijn we de zakken rijst gaan brengen. De families van de gehandicapte kinderen waren allemaal zeer verheugd door ons gebaar. Er was een vader die spontaan begon te huilen van dankbaarheid. Hij vertelde ons dat zijn nu naar schatting twaalfjarige dochter op drie jarige leeftijd gehandicapt was geraakt door hersen malaria. Sinds die tijd had er nog nooit iemand hulp aangeboden. Zij dochter krijgt regelmatig epileptische aanvallen en komt dan te vallen. Haar gezicht was daardoor nogal beschadigd.

We troffen op een andere compound een jongetje van een jaar of 6/7 die opgesloten zat in een ruimte waar wij onze kippen nog niet in zouden zetten. Harry, een Nederlandse man die al meerdere jaren bij ons heeft gelogeerd, had al eerder via Social Welfare een mooie aangepaste rolstoel en een matras ter beschikking gesteld aan de familie. De ouders van dit kind zijn vertrokken naar Liberia en oma zorgt nu voor hem. Oma moet echter ook voor het inkomen zorgen en is dus vaak afwezig. Vandaar dat ze het jongetje die zowel mentaal als fysiek gehandicapt is op sluit ter bescherming van hemzelf of andere kinderen die hem zouden slaan. Maar zo triest om te zien. Hij zit op de stoffige grond, in een hoekje, naakt en in een ruimte waar geen daglicht of frisse lucht binnen kan komen. Later op de dag zijn we terug gegaan en werd hij in zijn rolstoeltje naar buiten gebracht.

Dan hebben we nog Yaay, een gehandicapt meisje, dat toen we haar vonden zo schuw was als een hond en ook als dusdanig werd behandeld. Ook zij is in de steek gelaten door haar ouders en heeft oma zichzelf over haar ontfermd. Maar ook deze oma moet zowel voor het inkomen zorgen, als voor haar blinde man als voor haar gehandicapte kleindochter. Een zware taak en haast ondoenlijk voor een oudere vrouw, met als gevolg dat Yaay in onze ogen werd verwaarloosd. Met een heel team uit Nederland zijn we ruim een jaar bezig geweest om een oplossing voor haar te zoeken. In Gambia zijn er praktisch geen voorzieningen voor gehandicapten en als ze er al zijn zitten ze vol of haken ze af op de gecompliceerde situatie rondom Yaay.  En het is zo'n lieve en grappige meid van 13 jaar oud. Mentaal niks mis mee. Ze staat als ze bij ons is altijd in het middelpunt van de belangstelling en we willen heel graag een oplossing vinden voor haar situatie. Anja Verstappen heeft onlangs met hulp van Ciska en Amy (allemaal Nederlandse dames) geprobeerd om Yaay zindelijkheidstraining te geven, maar omdat Yaay ziek werd vanwege een infectie aan haar voet/been moest ze naar het ziekenhuis en was de periode te kort. Harry had hulp gevraagd voor haar bij Second Home, een Nederlands initiatief voor gehandicapte kinderen, en in eerste instantie was er geen plaats voor haar. Nu echter is er een plek vrijgekomen en werd er met ons afgesproken dat als wij iemand zouden vinden die één op één voor Yaay zou zorgen dat ze mag komen. Fantastisch natuurlijk, maar ja wie wil dit doen en dan ook nog intern? Na twee gesprekken gehad te hebben met een paar jonge dames, kwam Harry op het idee om ook Fanta nog eens te benaderen die al jarenlang bij Franco werkt. Fanta is betrouwbaar, een hard werkend iemand, altijd opgewekt, spreekt goed Engels en heeft veel levenservaring. Goed idee vond ik en na een aantal gesprekken met haar stemde ze in. Dat betekend voor Fanta dat ze vijf dagen per week intern bij Second Home gaat werken met de focus op Yaay. De eerste prioriteit is haar zindelijk te krijgen en de wondverzorging. Yaay heeft nl. een enorme decubituswond op haar achterwerk omdat ze altijd in haar eigen urine zit. Als ze zindelijk is kan de wond genezen en zou ze naar school kunnen. Maar alles stap voor stap en is er voor nu vooral goede begeleiding nodig voor alle betrokkenen. We willen immers voorkomen dat de familie afhaakt. Yaay zal op Second Home zoveel meer zichzelf kunnen zijn nl. een goedlachse leuke en vrolijke jonge meid met een goed stel hersens.

Ook had Harry nog een rolstoeltje kunnen regelen voor Fatimata, een spastisch meisje in Tanji, waar deze familie gelukkig met veel liefde voor zorgt. Ook dit rolstoeltje komt van Social Welfare. Gezien het lichaam van Fatimata erg slap is, vallen haar hoofd en ledematen zonder ondersteuning alle kanten op. Dit rolstoeltje geeft echter precies aan alle kanten de juiste ondersteuning voor haar en hoeft haar moeder dit meisje van zeven jaar niet meer de hele dag met zich mee te dragen in een doek op haar rug. Dit lijkt me een hele opluchting voor haar. Ook deze familie was ontroert van dankbaarheid.

Het Youth and Community Center in Tanji moet eind dit jaar worden overgedragen aan de gemeenschap. Daarom hadden we nog een meeting gepland met het personeel. We hebben vooral gesproken over hun keuze na de overdracht. We willen hen niet zomaar laten vallen omdat ze ruim vijf jaar lang gewerkt hebben tegen een kleine maandelijkse vergoeding. Meer zat er gewoon niet in. Ze hebben nu nog enkele maanden de tijd om hierover na te denken. Er kwamen al wat ideeen naar boven, goede en minder goede. We wachten echter even af. De goede ideeen zullen we ondersteunen als dat binnen onze mogelijkheden valt. De minder goede ideeen vallen af en zij kunnen een eenmalige vergoeding krijgen. Verder hebben we het personeel ook geadviseerd om al het achterstallig onderhoud te laten repareren voordat de overdracht gaat plaats vinden.

Van Rene en Marion uit Meijel hadden we ook nog wat geld gekregen voor zakken rijst, die we uitgedeeld hebben aan andere families waarvan we dachten het hard nodig te hebben. Iedereen was echter enorm dankbaar voor deze gulle gift.

Een paar dames uit Bladel hadden een paar zakken vol met prachtige katoenen truitjes gebreid en meegegeven, die we uitgedeeld hebben aan vele families met kinderen.  Ze stonden zo leuk en zijn van goede kwaliteit.

Dan de zorgboerderij. De afronding is in volle gang en vele mensen zijn er dagelijks hard aan het werk. De watervoorziening is aangelegd, met de stoomvoorziening zijn ze druk bezig en de schutting wordt verhoogd. Komende week wordt er begonnen met de bouw van het dagverblijf/restaurant. We hopen voor de zomer zover klaar te zijn zodat Alhagie na terugkeer van een verblijf in Nederland van start kan gaan met de aankoop van de dieren en het aanstellen van personeel. Komende zomer zullen we bekijken wanneer we de boerderij officieel gaan openen.

Om nog even terug te komen op het jongetje wat opgesloten werd, troffen we hem afgelopen woensdag weer in dezelfde situatie aan. Ik vroeg aan een buurman of hij de deur open kon maken zodat ik erbij kon en toen ik hem daar zo zag zitten, in zijn nakie, helemaal alleen in die donkere benauwde kamer moest ik mijn best doen om mijn tranen in te houden. Jeetje zeg, wat een zielige toestand is dit. In Nederland zou je regelrecht voor verwaarlozing worden ingesloten, maar hier is er niemand die daarop let. Zou dit misschien de reden zijn dat ik mijn vlucht afgelopen maandag heb gemist, vroeg ik me af? Zou ik dan degene zijn die hem uit deze benarde situatie moet redden? Alhagie Bah, die bij me was werd ook boos om de situatie en binnen een paar minuten stond de hele buurt om ons heen. We vertelden hen dat dit niet kon, dat dit jongetje ook een mens is en geen dier. Dat dit anders moet en dat er hulp moet komen. We vertelden hen dat we later op de middag terug zouden komen als oma weer thuis is. Thuis gekomen heb ik met een aantal mensen de situatie doorgesproken en zijn we met zijn vijven die middag terug gegaan, Harry, ik, Houwa, Alhagie Bah en Mr. Darboe (sociaal werker in het dorp). Zo gauw we aankwamen kwam oma met het jongetje aangedragen. Binnen een paar seconden stond weer de hele buurt om ons heen. We hebben de oma toegesproken, nogmaals gezegd dat dit niet kan. Dat we haar situatie begrijpen omdat ze ook geld moet verdienen, maar dat ze om hulp moet vragen. Ze werd zichtbaar emotioneel toen ze door ons toegesproken werd. Ik heb haar verteld dat we niet kwamen om haar te straffen omdat we begrijpen hoe moeilijk haar situatie is, maar dat we kwamen om een oplossing te zoeken voor de situatie.
Dat ze beter haar kleinzoon tijdens haar afwezigheid buiten kan zetten in de schaduw onder een boom, in de rolstoel waar hij veilig is. Haar naaste buren, waarvan de vrouw zwanger is, boden  spontaan aan om een oogje in het zeil te houden als oma weg moet. Harry en Ciska die nog langere tijd in Gambia zullen blijven gaan de situatie de komende tijd in de gaten houden.

Zondag had ik met Alhagie afgesproken dat we tijd voor elkaar vrij zouden maken. Er is altijd zoveel te doen en en komen zoveel mensen bij ons over de vloer dat we maar amper tijd hebben om met elkaar te praten. In de middag zijn we wat gaan wandelen, maar het was zo heet dat ik dacht dat ik het zo nu en dan begaf. De zon brandde op mijn hoofd en ik mocht Alhagie zijn petje lenen. Na ongeveer vijf kilometer te hebben gewandeld met af en toe een slok water en een moment van rust in de schaduw van een boom, had ik thuisgekomen het gevoel 50 kilometer te hebben afgelegd. Jeetje wat was het warm vandaag. Ik denk dat de temperatuur dicht tegen de 40 graden aan liep.
Laat in de middag reden we naar een patisserie in Senegambia, waar we een lekker chocoladegebakje aten, waarna we naar het strand reden voor een korte wandeling en we in het zand zakten om nog het e.e.a te bespreken.
Onze samenzijn werd echter overstemd door een verdrietig gevoel omdat die middag de zoon van onze timmerman die op de zorgboerderij werkt was overleden door verdrinking. De jongen wilde met zijn vriend nog even gaan zwemmen in Batakunku, hun woonplaats, en werd meegesleurd met de stroming en verdronk. Nog maar 25 jaar oud. We zijn de ouders die middag nog gaan condoleren met dit grote verlies. Het huilen van de moeder ging me door merg en been en ook de vader toonde zijn verdriet. Diezelfde ochtend was de vader nog bij ons om met Alhagie te bespreken welke bouwmaterialen hij morgen nodig had. Wie had dit op dat moment kunnen bedenken. Heftig is het leven hier en van een heel andere orde dan wij dat in Nederland kennen. Dit is o.a. ook de reden dat ik me in dit land in wil blijven zetten, zolang als ik kan! Ieder mens waar ik of wij als stichting iets voor kunnen betekenen is er één!

                                            Ons motto: 'We are blessed to bless others'!
























vrijdag 19 december 2014

Mooie afsluiting van mijn verblijf!

Gezien we vorige week niet Senegal in konden stelde Alhagie voor om nog twee dagen naar Casamance (Zuid Senegal) te gaan. Dat lijkt me wel leuk en dan heb ik ook mijn visum niet helemaal voor niets. We kunnen een nacht in campement Kunja in Kafounine verblijven waar we al meerdere keren zijn geweest en waarvan de eigenaar een goede kennis van ons is.
Zondagmorgen vertrekken we en eerst wil ik even langs Tineke uit Amsterdam die in Gunjur verblijft. Afgelopen donderdag is ze hier getrouwd. Ik kon er toen helaas niet naar toe omdat Yaay ziek was en dat uiteraard voor ging. Tineke legt ons uit waar we moeten zijn maar we rijden veel te ver door en moeten dus omkeren. Uiteindelijk vinden we haar met haar fiets langs de weg. Tineke voorop en wij met de auto erachteraan. Een paar straatjes verder arriveren we bij haar roundhut die ze aan het bouwen is. Het is een grote hut en het ziet er allemaal mooi uit, alleen moet er nog het e.e.a. gebeuren. Tineke helpt ook zo goed mogelijk mee met de bouw en het gaat vast wel lukken, ook al loopt ze zo nu en dan tegen allerlei bouwtechnische problemen aan, maar dat is in Gambia niet meer dan normaal. Leuk om haar weer te zien en na even wat bijgepraat te hebben vervolgen we onze weg naar Kafountine. In het grensgebied moet je drie keer uitstappen bij verschillende grensposten om je paspoort te laten zien. Zeker op de heenweg heeft dat nogal wat in. Bij de eerste grenspost vraagt een ´aardige´ dame van de immigratiedienst het bekende How are you? Where do you come from? Dat zie je toch in mijn paspoort, denk ik dan, maar ik antwoord beleefd, The Netherlands, No, I mean where do you stay in Gambia? O, in Tanji, antwoord ik. How is Tanji? Tanji is fine I think, antwoord ik dan. Wat is dat nou voor een vraag? Where are you going too? I am going to Kafountine, antwoord ik weer. How is Kafountine? Hoe kan ik nou weten hoe Kafountine is, lang niet geweest maar antwoord heel beleefd, Kafountine is fine. Wat een vragen stellen ze soms. Dan verwijst ze me naar een mannelijke collega waar ik opnieuw mijn paspoort moet laten zien en zo ongeveer dezelfde vragen toebedeeld krijg. Hij vertelt me tevens dat ik moet wachten op de baas, want die zit in de moskee en die moet mijn gegevens in een groot boek schrijven. En dit terwijl de man met een pen in zijn hand zit en het grote boek voor zijn neus heeft liggen. Maar nee, gewoon wachten tot de baas klaar is met zijn middaggebed.
Na nog twee grensposten gepasseerd te hebben kunnen we doorrijden naar Kafountine. De weg naar dit dorp is een stuk verbeterd alleen moet je erg uitkijken voor de drempels in de weg. Het zijn een soort ronde bobbels waar je de auto flink op stuk kunt rijden als je niet op tijd gas terug neemt. In Gambia worden ze ´sleeping police´ genoemd en je hebt ze dan ook in alle soorten en maten maar soms liggen er hele dikke politiemannen over de weg heen. Gelijk naar campement Kunja gereden waar we ontvangen werden door Lamin de zoon van Tanjo, de eigenaar. Nadat we onze kamer toegewezen hadden kregen en Alhagie wat vlees achter over geslagen had zijn we een strandwandeling gaan maken. Ook in Kafountine wat normaal gesproken redelijk toeristisch is, is nu praktisch geen toerist te zien. Langs het strand nog even een bezoek gebracht aan een campement waar wat oude bekenden van Alhagie verblijven en daarna een tijdje naar de wegvarende vissersboten staan kijken wat een prachtig kleurrijk tafereel is. Als we terug komen op Kunja zit Binta op ons te wachten. Het is of ik een oude vriendin terug zie. Zo leuk om haar weer te zien. Het is alweer twee jaar geleden dat ik haar hier heel kort heb gezien. Binta heb ik leren kennen in Tanji toen ze nog bij Kairoh Garden werkte en we hadden altijd een leuk contact samen. Ze is inmiddels alweer ruim twee jaar terug bij haar familie in Kafountine. Onder het genot van een lekker bord met friet en een salade kletsen we bij. Binta verkoopt nu in de ochtenduren ontbijt op de veranda van een lokaal winkeltje voor voorbijgangers en buurtbewoners. Dit bevalt haar goed en zo heeft ze wat inkomen. Ze is overduidelijk gelukkig hier en dat is het belangrijkste. Nadat Binta door Alhagie naar huis is gebracht gaat hij Balla ophalen. Balla heb ik ook leren kennen op Kairoh Garden en heeft een speciaal plaatsje in mijn hart. Ik vind hem zo verschrikkelijk aardig en gun hem het allerbeste. Hij is muzikaal erg getalenteerd en ik hoop voor hem dat hij zich daarin uiteindelijk kan ontwikkelen. De rest van de  avond gezellig met Balla doorgebracht en bijgepraat.
De volgende ochtend na een ontbijt op het terras met rondom ons exotische planten en vogels in allerlei kleuren vertrekken we weer richting Gambia, maar eerst nog even langs de Satang Jabang school in het dorp. Deze school is opgezet vanuit een Nederlands initiatief en heeft nu ook een botanische tuin. Gezien ik die tuin nog nooit gezien heb maar er wel het e.e.a. over gehoord heb wil ik deze graag zien. Tanjo, die ook betrokken is bij deze school, stapt in onze nu nog mooie witte auto en we gaan op weg. Op een gegeven moment staat er een flinke plas water op het zandweggetje en komen we vast te zitten. Tanjo rolt zijn broekspijpen op en waad door de modder om instructies aan Alhagie te geven. Alhagie probeert eerst vooruit en dan weer achteruit uit de modder te komen. Door de met kracht ronddraaiende wielen spat de modder op tot over het dak. Na een tijdje kunnen we maar amper meer door de ramen naar buiten kijken die druipen van de modder, maar gelukkig komen we er even later uit. Tanjo stapt weer in en we rijden nog een stukje verder totdat we bij de ingang van de tuin aankomen. Nadat we eerst de auto bekeken hebben en geconcludeerd hebben dat we er zo echt niet mee naar huis kunnen rijden lopen we de tuin in en verbaas ik me over de mooie groene en kleurrijke tuin. Prachtig! We krijgen wat uitleg over de natuurlijke manier van composteren en de medicinale werking van de vele planten en bloemen die er groeien. Het is de bedoeling dat er een boekje gemaakt wordt over de verschillende planten en bloemen en hun werking en ze gaan ook proberen de planten zo te bewerken dat ze als medicijn verkocht kunnen worden. Erg interessant en ik denk meteen aan Franco die o.a. ook met dit idee rondloopt voor zijn compound.
Daarna eerst terug naar Kunja om de auto even te wassen. Vandaar uit rijden we terug naar Gambia en komen we halverwege de middag weer aan.
Diezelfde middag komt Alhagie Bah bij ons op bezoek en praat ik even bij over zijn zieke moeder.
Het gaat nu ietsje beter met haar. Ze kan in elk geval weer wat slapen maar heeft nog steeds veel pijn wat vanuit haar rug komt. Ik vertel hem dat ik met wat hulp uit Nederland nagedacht heb over de situatie. Gezien de moeder naar verloop van tijd weer terug moet naar haar dorp in het binnenland waar amper medicatie te verkrijgen is vind ik het belangrijk dat we zoveel mogelijk doen op natuurlijke basis en geef ik wat advies over het aanpassen van haar voeding. Wat betreft haar rug, daar is hier in Gambia weinig tot niets aan te doen. Ik denk dat als ze terug gaat naar haar dorp dat het goed is om een matras en een comfortabele stoel voor haar aan te schaffen. Verder zal ze het moeten doen met pijnstillers. Ik beloof Alhagie Bah om de volgende dag mee te gaan naar Latrikunda en de moeder nogmaals op te zoeken. De medicatie die ze neemt is al bijna op en die wil ik bij kopen in een goede apotheek. Ik had nog een nieuwe pot met multivitaminen staan van Solgar die ik voor haar mee neem. Aangekomen in Latrikunda zit de hele slaapkamer vol met familie. Ik vraag me even af of ik dat op prijs zou stellen als ik ziek op bed lag, maar in Gambia is dat heel gewoon. Nadat we even gekeken hebben welke medicatie nog nodig is rijden Alhagie Bah en ik naar een apotheek op Westfield en halen daar voldoende medicatie bij voor de komende maanden. Terug gekomen neem ik afscheid van de moeder en de familie en rijd ik samen met Houwa, die ook meegekomen is weer naar Tanji.
Als ik thuis kom wacht Kia op me. Kia is de vrouw van Alhagie´s beste vriend. Ze wil me op komen zoeken. Voordat ik ons restaurant nader waar iedereen zit te lunchen zie ik een levende kip half in een plastic zak op de stoep liggen. Ik hoor dat Kia die voor mij mee gebracht heeft om als diner lekker op te peuzelen. Jammer dan, ik ben vegetarier! Even later zie ik onze kokkin de veren van de kip plukken, nadat deze een kopje kleiner is gemaakt. In de avonduren peuzelt Kia en Alhagie de kip op en kijk ik toe nadat ik mijn vegetarische maaltijd heb genuttigd. Dan krijg ik een telefoontje van Yvonne Hulsebos die een DVD voor mij heeft meegebracht. Hierop staan twee documentaires die over mij en het werk van FFYP onlangs zijn gemaakt door Omroep Brabant. De laatste aflevering heb ik nog niet kunnen zien en daarom ben ik erg benieuwd. Nadat we Kia naar Brikama hebben gebracht gaan we op zoek naar Yvonne en Fred die ergens in Kotu verblijven. We hebben ze al snel gevonden en onder het genot van een kopje thee kletsen we wat bij. Nadat we thuisgekomen zijn ga ik snel naar bed want het is al laat.
De volgende ochtend komt eerst Marijke uit Sanyang gezellig even op bezoek en daarna ga ik met Alhagie op stap om wat formulieren op te halen die ingevuld moesten worden voor Calibris. Gelukkig heb ik ze allemaal kunnen inzamelen en doen we nog wat boodschappen. Als ik thuis kom vertel ik iedereen op onze compound dat we na de maaltijd de DVD zullen bekijken. Dus zit dezelfde avond iedereen verwachtingsvol bij de TV in ons restaurant. Er komen zelfs buren en andere bekenden kijken. Zo gauw de TV beeld laat zien is het een en al hilariteit. Ik probeer nog iets van de tekst te volgen maar gezien de anderen of zichzelf in beeld zien of andere bekenden wordt er heel wat afgekakeld en gelachen. Tot twee keer toe wordt alles bekeken en dan begint Alhagie zijn ervaringen te vertellen over Nederland. Iedereen zit met gespitste oren te luisteren en af en toe wordt er wat gelachen. Hoewel ik er weinig van kan verstaan ben ik ervan overtuigd dat iedereen vanavond een belangrijke les geleerd heeft over het leven in Europa.
Ik heb met Houwa, JJ en Baks afgesproken dat ik op de donderdag voordat ik vertrek een leuke middag wil organiseren voor Mariama en Yaay. Deze gehandicapte kinderen zitten altijd maar op de compound gezien ze beiden niet kunnen lopen en ik vind dat ze zo nu en dan een uitstapje verdiend hebben. Dus informeren we de ouders dat de kinderen omstreeks drie uur in de middag opgehaald worden in een rolstoel. Zo gezegd zo gedaan. Om drie uur rijden we de bus voor bij Mariama, die natuurlijk niet klaar is. Hier kan Mariama niets aan doen natuurlijk maar ik mopper wel op de moeder want ik wil niet langer dan 10 minuten wachten gezien het anders te laat wordt. Wonder boven wonder heeft de moeder haar in een sneltreinvaart klaar en kunnen we Yaay op gaan halen. Ook heb ik Fatu meegenomen. Zij is het dochtertje van degene die voor mij kookt en ik heb met haar te doen. De hele dag hangt ze rond bij ons op de compound en verveelt zich suf. Ik schat haar een jaar of 7/8 en eigenlijk zou ze naar school moeten. Ze is erg stil en gedraagd zich over het algemeen heel kalm maar ik zie ook regelmatig dat ze nogal gefrustreerd is. Ze kan niet goed met andere kinderen overweg en is altijd alleen dan wel met haar moeder. Yaay en Mariama plaatsen we met de rolstoelen achterin de bus en JJ gaat bij hen zitten om te voorkomen dat de rolstoelen omkieperen op de hobbelwegen in Tanji. We rijden met vooral een uitgelaten Yaay achterin, die ook haar radio´tje wat ze van Harrie heeft gekregen luidt aan heeft staan. naar het Kololi Monkey Park. Daar aangekomen krijg ik zomaar 100 dal. korting omdat ze het zo leuk vinden dat we met gehandicapte kinderen het park komen bezoeken.  Het park is alleen erg moeilijk begaanbaar met de rolstoelen en de aapjes zijn ver te zoeken. Nadat we nog een ander pad genomen hebben waar ook geen aap te zien is deze keer besluiten we maar om terug te keren naar de harde weg want dit is geen doen. Yaay kiept verschillende keren bijna uit haar rolstoel en met twee mensen moeten we haar zien te blanceren. De rolstoel van Mariama is gelukkig wat stabieler. Als we het park weer uitkomen en we in de richting van Senegambia lopen zien we alsnog aapjes. Gelukkig hadden we wat pinda´s gekocht en op die manier kunnen we de apen naar ons toe lokken. En ja hoor ze komen. Houwa, Baks en JJ beginnen met voeren. De kinderen zijn eerst nog wat voorzichtig maar uiteindelijk beginnen ze ook pinda´s te gooien. Alleen Mariama niet. Zij is ook mentaal gehandicapt en stopt de pinda´s met schil en al zelf in haar mond. Vandaaruit lopen we verder en zoeken een restaurant op waar ik wat mensen ken. Er worden tafels aan elkaar geschoven voor ons en als we uiteindelijk allemaal zitten, bestellen we frisdrank met een rietje. Yaay heeft het enorm naar haar zin en babbelt honderd uit. De rest moet steeds vreselijk lachen om haar, alleen Mariama en Fatu zijn wat stiller maar ik zie dat ook zij op hun eigen manier genieten van dit uitstapje. Een blank echtpaar die een paar tafels van ons vandaan zitten slaan ons gade en genieten zichtbaar mee. Op een gegeven moment staat de man op en komt naar ons toe om met zijn glas wijn te klinken op de frisdrank van de kinderen. Even later komen ze naar ons toe en schudden elk van ons een hand als afscheid. Ze vertellen me dat ze uit Belgie komen en ook mensen ondersteunen hier in Gambia.
Dan kom ik met het idee om nog even met de kinderen naar de kunstmarkt te gaan om een klein cadeaut´tje te kopen als herinnering aan deze dag. Dus tillen de we de rolstoelen over verschillende drempels en gaan de kunstmarkt op. Ik geef Baks de opdracht om een armbandje te kopen voor de kinderen. Dat is zo gefixt en elk kind krijgt een kleurig armbandje. Voordat we een paar stappen verder zijn komt er een vrouw naar ons toe die alle kinderen een gratis kettinkje toebedeeld. Normaal gesproken ben ik geen fan van deze markt omdat de verkopers zo verschrikkelijk kunnen zeuren om hun spullen aan de man te brengen, maar nu niets van dat alles. Iedereen kijkt ons na en is erg vriendelijk. Terwijl we het terrein willen verlaten komt er weer een vrouw naar ons toe die de kinderen nog een armbandje geeft. Als we staan te wachten om de weg over te steken om naar de auto te gaan komt er een vrouw in een rolstoel naar ons toe en ze vraagt aan Yaay of ze haar mag omhelzen. Yaay stemt toe en terwijl ze Yaay omhelst zegt ze dat ze tegen Yaay: ´I love you´. Dan vraagt ze of ze Mariama mag omhelzen en terwijl ze zit doet herhaalt ze deze woorden nog een keer. Ik ben enigszinds verbaasd maar ook enorm ontroert door dit gebaar. We vragen haar hoe ze heet en waar ze vandaan komt. Ze zegt dat iedereen haar mama Africa noemt en uit Tanji komt. Ik vertel haar dat we de kinderen meegenomen hebben om ze een leuke dag te bezorgen en dan laat ze me weten dat ze dit erg waardeert. Zelf is ze ondanks haar handicap getrouwd en heeft vier kinderen. Ze verteld ons dat ze altijd probeerd om andere gehandicapten uit hun isolement te halen.  Ondertussen is er een andere gehandicapte vrouw aan komen rijden in haar rolstoel die dit beaamd. Ze zegt, ik zat altijd maar thuis op de compound te huilen totdat ik mama Africa ontmoette. Zij stimuleerde mij om uit te gaan en nu ik onder de mensen kom ben ik veel gelukkiger. Terwijl ik me van binnen warm voel worden door deze toevallige en inspirerende ontmoeting zie ik vanuit mijn ooghoeken dat Baks tot tranen geroerd is. Nadat we afscheid genomen hebben van deze lieve mensen rijden we terug naar Tanji. Onderweg wordt Harrie´s radio weer geinstalleerd en kakelt vooral Yaay gewoon weer verder achterin de bus. Baks laat me onderweg weten dat toen we daar stonden, omringt door gehandicapten zowel kinderen als volwassenen, het besef tot hem kwam dat ook zij gewoon mensen zijn zoals wij allemaal. Dit besef is er bij de meeste mensen in Nederland al lange tijd maar in Gambia nog zeldzaam. Een groot goed dat er weer één iemand is die dit besef nu gekregen heeft en dit weer uit kan dragen aan anderen.
Nadat we Yaay en Mariama weer veilig thuis gebracht hebben hoor ik van zowel JJ, Houwa als Baks dat ze enorm genoten hebben van de middag. En volgens mij ben ikzelf degene die nog wel het meest genoten heeft! Het was geweldig!

Zaterdag vlieg ik weer naar huis met een goed gevoel en weer een heleboel ervaringen rijker.
Ik ben erg blij dat ik deze vijf weken heb kunnen delen met vele lieve Gambianen die mij omringen en mijn speciale dank aan Alhagie die zoveel met mij en voor mij heeft gedaan! Ik zal iedereen en vooral hem weer erg missen de komende maanden in Nederland.





zaterdag 13 december 2014

Bezoek aan het binnenland


Na drie dagen op en neer rijden naar Serekunda, uren wachten en vijftig euro lichter heb ik eindelijk een visum voor Senegal. We willen namelijk volgende week het dorp Kuho Sosse bezoeken net over de grens bij Kuntaur waar ik al drie jaar niet meer ben geweest. Ook heb ik tot tweemaal toe een stick gekocht bij verschillende providers om te kijken of ik internet kan ontvangen in Tanji, maar helaas! Het internet is zo langzaam dat ik bij het laden van een pagina haast in slaap val. Ik weet niet hoe anderen dat doen maar het kost mij erg veel moeite om te kunnen communiceren via internet. Thuis heb ik internet wel op mijn telefoon, maar bij het beantwoorden van de mails zijn de letters zo klein dat ik er steeds naast zit en maak ik fout na fout. In het internetcafe is of de verbinding slecht, of de stroom valt uit of ik heb een toetsenbord waar ik een gereedschapskist bij nodig heb om het te kunnen bedienen. Ik weet niet hoe anderen dit doen maar mij lukt het op de een of andere manier niet goed en heb ik de stick maar weer terug gebracht.
Donderdagmiddag had ik een meeting met het team in het Youth and Community Center met als hoofdonderwerp; Hoe verder voor ieder teamlid als volgend jaar het centrum wordt overgedragen aan de gemeenschap? Ik heb hen gevraagd daarover na te denken. Verder maak ik me zorgen over de terug lopende klandizie in het internetcafe. Dit heeft meerdere oorzaken nl. de internetconnectie is vaak slecht, de openingstijden zijn te kort en er is vorig jaar een ander internetcafe geopend waar veel, eerder klanten van ons, nu naar toe gaan. Het internetcafe is een belangrijke inkomstenbron voor het Youth Center. Ik heb het team nu een voorstel gedaan waarbij ze zelf moeten investeren in een snellere inernetverbinding. Ik wacht even op hun reactie.
Zaterdagochtend waren Alhagie en ik uitgenodigd bij het Fajara Skill Center in Fajara voor een diploma uitreiking. Nyma, een jonge dame die gesponsord wordt door Piet uit Eindhoven, ontving haar diploma catering. Na een muziekuitvoering van de politiefanfare, een toneelstuk en een paar speeches werd er aan een 25 tal jonge dames hun diploma uitgereikt. Dit zijn meestal meiden die normaal gesproken kansloos zijn en die bij Mrs. Jane (direktrice van de school) een kans krijgen op een beroepsopleiding. Mrs. Jane doet dan ook prachtig werk en tijdens de ceremonie kon ik voelen dat ze een goede band had opgebouwt met haar studenten.
In de middag samen met Jarrai (moeder van Alhagie) en Mariama (nichtje) vertrokken naar Tendaba Camp om daar te overnachten en de dag erna te vervolgen naar Jakaba. Jarrai is immers na een bezoek van 2,5 maand aan Nederland en nog eens 6 weken in Tanji te zijn geweest niet meer thuis geweest.
Op de weg van Tendaba Camp naar Janjanburee slaan we in Jarra (provincie op de zuidbank) linksaf om Yakuba, Alhagies jongste broer op te zoeken. Om in dat dorp te komen moet je dus een eind echt door de bush. De weg daar naar toe was super slecht, maar de omgeving super mooi. Zo groen, zoveel prachtige bomen, plassen water waarop vele waterlelies volop bloeien en op de achtergrond heuvels met hoog daarop pronkend grote baobab bomen. Onderweg hadden we twee zakken van 50 kg. suiker gekocht i.p.v. rijst. Rijst is er in dit gebied volop maar het is weer moeilijk en kostbaar om aan suiker te komen. Van gepalmde rijst gemend met suiker wordt in de ochtend als ontbijt een pap gemaakt. Op de eerste compound waar we aankwamen wonen zo´n 10 jongens in de leeftijd van 10 tot 20 jaar die daar dagelijks les krijgen in de Koran. Daarnaast helpen ze mee om de compound te onderhouden en werken ze mee op het land. Ze verblijven daar meestal een paar jaar.
Daarna zijn we naar de compound gereden waar Yakuba al een aantal jaren verblijft. Hier woont ook familie. Yakuba wordt daar net zolas de andere jongens onderwezen in de Koran en daarna zal hij waarschijnlijk naar een andere school gaan. In Gambia is het heel normaal dat kinderen i.p.v. bij hun eigen ouders bij andere familieleden verblijven. Hij was erg blij ons te zien en zag er goed uit. Alleen viel het ons op dat hij nogal wat uitslag in zijn gezicht had. Na vele begroetingen en gebeden kregen we een lunch aangeboden. Ik bedankte daarvoor want ik kan niet goed tegen de palmolie die daarin verwerkt wordt en bovendien lust ik geen vis. Gezien ik alleen maar kan luisteren omdat ik hun taal niet spreek wordt er naar wat ik ervan begrijp niet zoveel zinnigs met elkaar uitgewisseld behalve dan de eerder genoemde begroetingen die elk zo´n paar minuten in beslag nemen.

Zo´n begroeting gaat dan als volgt, maar dan in de lokaal gesproken taal het Mandinka.
How are you? I am fine.
How is your wife? She is fine.
How are your children? They are fine.
How is your father? He is fine.
How is your mother? She is fine.
How is your sister? She is fine.
How is your brother? He is fine.
En dan afhankelijk van hoeveel zoons, dochters, broers of zussen je hebt wordt ieder bij naam genoemd en voordat je dan zo´n hele familie hebt gehad.......pffff!
En dat gaat dan zo bij iedereen die je ontmoet,
En ´fine´ of niet ´fine´ iedereen antwoord altijd gewoon ´fine´.

Na een tijdje in dit dorp te zijn verbleven zwaaien we Yakuba en vele anderen uit en vervolgen we onze weg voor de oversteek in Janjanburee naar de noordoever. Na de oversteek rijden we eerst naar Jakaba waar we vervolgens op de compound waar Jarrai woont worden onthaalt door een heel welkomstcomite. Iedereen is erg nieuwschierig natuurlijk naar haar verhalen uit Nederland en ik ben ervan overtuigd dat haar hele huisje die avond vol zat om haar bijzondere verhalen te horen.
Alhagie en ik rijden als het al donker is een stukje terug naar Janjanburee Camp om daar onze nacht door te brengen. Net voordat we de ingang bereiken, het is al donker, ontmoeten we twee mannen die ons vragen wat we komen doen. Wij zeggen te willen overnachten. Het kamp is eigenlijk gesloten want er zijn al drie weken geen gasten meer geweest. Ik ben enigszins verbaasd omdat hier altijd veel gasten komen, maar ook dit zal wel komen door het gevreesde Ebola verhaal. Uiteindelijk zijn we toch welkom en openen ze een kamer voor ons. De man verteld ons dat er geen elektriciteit en geen water voorradig is. Jeetje, en ik had nu net zo´n behoefte aan een frisse douche. Wat nu? De man beloofd ons om twee emmers water te gaan halen. Rond kijkend in de door ons toegewezen kamer met het licht van een kaars ondek ik allemaal muizekeutels verspreid over de vloer. Ja, dat kan gebeuren natuurlijk hier in de bush na drie weken geen gasten. Dat nemen we dan wel op de koop toe. Even later komt de man terug met de emmers water en ik plaats ze in de ruimte die als badkamer dienst doet en zich achter een gordijntje bevindt. Ik pak mijn zaklamp en wat schone kleren om me te gaan wassen maar terug in de badkamer kan ik nergens een haakje ontdekken waar ik mijn kleren kwijt kan. Op de vloer vind ik het ook niet fris, dus leg ik ze maar op het bed in de kamer. Terug in de badkamer schijn ik met mijn zaklamp in de emmers met water en zie dat het water geel tot bruin gekleurd is. Gatver! Hebben ze dit uit de rivier geschept misschien? Wat nu? Zo mijn bed in stappen of me maar wat opfrissen met dit vieze water? Ik kies dan toch maar voor het laatste, maar eerst even naar toilet. Ik trek de deksel van de WC omhoog en wat zie ik, een grote drol drijvend in de toiletpot. Nu heb ik het even helemaal gehad. Ik zeg tegen Alhagie; Ik kan er nu even niet meer tegen, dit is jouw land en jij mag die drol wegspoelen. Alhagie loopt al druilend richting badkamer en doet dat nog voor mij ook, die lieverd!
Luister, normaal gesproken kan ik best wat hebben maar na een lange dag al zwetend tot in mijn onderbroek in de auto te hebben gezeten, de tientallen ellelange begroetingen en de evenzovele gebedjes en dit primitieve gedoe heb ik het gewoon even helemaal gehad.
Met een plastic kopje gevuld met geel-bruin water overgiet ik mezelf en probeer me zo goed en zo kwaad als het kan wat op te frissen. Die nacht slaap ik als een roos maar wel onder een muskietennet en dat is maar goed ook. De volgende ochtend vind ik mijn koekjes die ik bij me had aangevreten door de muizen. Na een ontbijt aan de oever van de rivier met overigens een een prachtig uitzicht besluiten we die avond te gaan slapen in Kuntaur.
Eerst rijden we naar de markt in Wassu om zakken rijst te gaan kopen. Daar ontmoeten we Alhagie Bah, een hele goede vriend van ons die al jarenlang bij ons in Tanji werkt. Hij is nu al een paar maanden hier omdat eerst zijn vader en nu zijn moeder ziek is. Ik was erg blij om hem weer te zien. Alhagie komt uit een Fula dorp hier in de buurt genaamd Bulbuck en heeft een speciale energie waardoor ik me erg op mijn gemak voel bij hem. Nadat we 6 zakken rijst hebben gekocht rijden we naar zijn dorp een 10 km. verderop. Daar worden we door de dorpelingen enthousiast onthaalt. De afgelopen jaren bezoek ik dit dorp regelmatig en de mensen kennen me inmiddels. We leveren de zakken rijst af op de compound van Alhagie Bah van waaruit ze verdeeld zullen worden over de andere 5 compounds in dit kleine maar o zo bijzondere en beeldschone huttendorpje wat omringt wordt door vele immens grote baobab bomen. Alhagie Bah vraagt me even naar zijn moeder te komen kijken. Ik moet me bukken om door het lage deurtje de hut binnen te komen. Dan zie ik zijn moeder rusteloos op een van riet gemaakt bed, zonder matras en bedekt met alleen een doek. Ik kijk naar haar toch nog redelijk jonge maar pijnlijke gezicht en zie dat ze werkelijk ziek is. Alhagie Bah verteld me dat ze al naar verschillende ziekenhuizen in de buurt is geweest maar dat ze toch nu toe geen resultaat hebben gehad. Ik vraag de moeder wat er aan de hand is en met met vertaling van Alhagie Bah begrijp ik dat ze al ruim vier maanden ziek is en vergaat van de pijn. De hele familie maakt zich zorgen om haar en zelf wordt ze steeds depressiever omdat ze denkt dat ze dood gaat. Het probleem is begonnen aan haar voeten en trok langzaam naar boven. Nu zit het in haar hele lijf met klachten als een brandend gevoel, gevoelloosheid aan de oppervlakte van de huid en pijn. Nu vooral in haar (boven)rug en druk op haar hoofd. Als ik haar obeserveer zie ik dat ze geen comfortabele positie kan vinden, zowel niet zittend, liggend of staand. Ook begrijp ik dat ze daardoor niet kan slapen. Ja, wat nu? Een goed ziekenhuis is in dit gedeelte van het land niet te vinden. Zelfs een apotheek om pijnstillers te halen is er in de wijde omgeving niet te vinden. Ik vertel Alhagie dat ik het vermoeden heb dat ze een ernstig vitamine tekort heeft, maar dat ik het beter vind als ze onderzocht word door een arts en over een paar dagen met ons meerijdt naar het westen van Gambia om daar een goed ziekenhuis te bezoeken. Alhagie Bah verteld me dat ze al maandenlang proberen haar hiervoor over te halen maar dat ze niet durft. Ze is immers nog nooit uit de veilige omgeving van haar dorp weg geweest. Daarna nog even de vader van Alhagie Bah bezocht die ook niet helemaal in orde is. Hij is broodmager en heeft geen energie meer. Ik heb het vermoeden dat hij een ernstig ijzertekort heeft. De mensen in dit deel van het land eten veel te eenzijdig en naarmate ze ouder worden doet dat inbreuk op het vitamine en mineralen gehalte in het lichaam waardoor werkelijk ernstige problemen ontstaan.
Daarna rijden we terug naar Wassu om een paar zakken rijst en suiker te kopen voor Jakaba. In Jakaba aangekomen worden de zakken op de compound van Jarrai neergelegd van waaruit ze verdeeld worden over de verschillende Kafo´s in het dorp. Een Kafo bestaat uit een groep vrouwen die elkaar helpen en ondersteunen. Elk dorp heeft één of meerdere Kafo´s afhankelijk van de grote van het dorp.
Daarna nog een keer terug naar Wassu voor de rest van de rijst/suiker. Een zak weeg immers 50 kg. en we willen de auto niet overbelasten want we moeten er ook nog mee terug naar huis. Die middag al zittend bij Jarrai thuis op de bank voel ik me niet helemaal lekker. Ik heb immers lange tijd in de auto zitten wachten vandaag die volop in de zon stond en daarnaast is het ook nog reuze druk in Wassu op maandag vanwege de markt. Uit de hele omgeving komen mensen met paarden en ezelskarren hun wekelijkse boodschappen doen. Daarnaast kent Alhagie Jan en alleman daar in de buurt en duren de begroetingen dan ook eindeloos. En ik maar wachten en wachten tot dat we eindelijk weg kunnen uit de hitte en drukte. Die avond zit ik alleen op Kairoh Garden in Kuntaur. Alhagie moet terug naar Jakaba om nog meer mensen te begroeten. Ik ben blij dat ik even rust heb en klets wat bij met Alasana die ik jaren geleden al heb leren kennen in Tanji en nu hier werkt.
Die nacht heb ik last van vreselijke oorpijn. Gedurende mijn hele verblijf in Gambia heb ik al last van mijn oor omdat ik er met douchen steeds water in krijg. Nu doet het echt zeer en om vijf uur slaap ik nog steeds niet waarop ik besluit antibiotica te nemen. Een uurtje later trekt de pijn wat weg en slaap ik nog een paar uur.
De volgende morgen brengen we een bezoek aan de school in Jakaba. Gelukkig deze keer geen ontvangst door honderden mensen maar alleen even een gesprek met het lerarenteam. We overhandigen hen het sponsorgeld wat ingezameld is door Hannie Vervoort via verschillende sponsoren in Nederland.
Ze zijn hier weer reuze blij mee uiteraard en bedanken ons en iedereen in Nederland heel hartelijk. Ik vraag hen een financieel overzicht te maken in januari over het jaar 2014 zodat we dit toe kunnen sturen aan de sponsoren als feedback. Verder gaat het prima op school. Ze krijgen regelmatig ondersteuning vanuit de overheid omdat de school nu voldoet aan alle eisen die gesteld worden en onlangs hebben ze voor alle kinderen tekenblokken gekregen. De Engelse lessen voor de vrouwen uit het dorp zijn ook nog steeds gaande. Het enige is dat ze nog wat meubeltjes tekort komen in de twee nieuwe klassen die twee jaar geleden zijn gebouwd. Alhagie wist dat er in de container van Go4Africa die in januari aankomt nog schoolmeubels zitten en zal Jan Huizinga vragen of de school er een aantal mag hebben. Ook zijn er schoolmaterialen vanuit Nederland onderweg die eind deze maand zullen arriveren in Gambia.
Van daaruit rijden we weer naar Wassu om bij de douane een papier te bemachtigen zodat we met de auto Kuho Sosse in Senegal in mogen. Na wat heen en weer geloop van Alhagie en Alhagie Bah met een bezorgde uitdrukking op hun gezicht krijg ik te horen dat we niet de juiste autopapieren bij ons hebben. De papieren zijn waarschijnlijk in Tanji door deze of gene omgewisseld. Dat houdt in dat we Senegal niet in mogen, dus......visum voor niets aangevraagd. Nou ja, dat is dan maar zo. Ik vind het alleen wel erg jammer dat ik de mensen in dat dorp ook dit jaar weer niet kan ontmoeten. Ik heb het immers altijd heel speciaal gevonden om naar Kuho toe te gaan, maar helaas....
Dan rijden we vanuit Wassu naar een wat verder weg gelegen dorp naast de hoofdweg. Alhagie heeft daar via Go4Africa een paar jaar geleden een auto geschonken die nu dienst doet als ambulance. De mensen daar hebben hem nu uitgenodigd om langs te komen. Na een kwartiertje rijden arriveren we in het dorp. Ook hier geven we een zak rijst. We ontmoeten een man die marabout is en veel voor het dorp doet. Hij nodigd ons uit om binnen te komen. Hij begint te vertellen, in Wolof deze keer, waar ik dus ook helemaal niets van kan volgen. Iedereen luistert aandachtig. Ik besluit ondertussen wat met mijn telefoon te gaan spelen om mezelf een beetje te vermaken, want ook hier duurt het verhaal erg maar dan ook erg lang. Later als we wegrijden legt Alhagie mij uit wat de marabout verteld heeft. Jaren geleden kwam hij in dit dorp wonen en ontdekte dat de bewoners erg bang waren voor struikrovers. Het dorp werd dan ook regelmatig overvallen. Op eigen initiatief en met eigen geld liet hij een politiebureau bouwen om de bewoners te beschermen. Later volgde een kleine dorpskliniek en een school. Hij leeft erg eenvoudig en het geld wat hij als goede en betrouwbare marabout verdiend besteedt hij aan het welzijn van de dorpsbewoners. Dat is toch een prachtig verhaal, of niet dan! Als elk dorp in Gambia zulke mensen had dan zou Gambia in no time een grote verandering ondergaan.
Daarna nog even naar Jakaba waar ik de familie van Kebba heb bezocht. De broer van Kebba is twee jaar geleden aan een dwarsleasie overleden en zijn vader heeft een herseninfarct gehad waardoor hij deels verlamd is geraakt. De familie is daardoor in de problemen gekomen en ze zouden dolgraag een waterput naast hun huisje willen hebben zodat ze vlak bij huis wat kunnen tuinieren. Maar ja …. ook dat kost weer geld.
Alhagie Bah vraagt ons ´s avonds mee naar zijn dorp te gaan om te proberen zijn zieke moeder over te halen om morgen met ons mee te gaan naar West Gambia zodat ze naar een goed ziekenhuis kan. Hem lukt het immers niet want ze zegt bang te zijn. Die avond rijden we opnieuw naar Bulbuck. Het is donker en de maan schijnt helder. Aan de rand van het dorp liggen tientallen koeien te rusten, moe van een hele dag rondzwerven over de nabij gelegen vlaktes. We rijden met de auto op de compound van Alhagie Bah en stappen uit. Opnieuw betreed ik de hut waar de moeder nog steeds rusteloos ronddwaalt, dan zittend, dan liggend en dan weer staand. Met het licht van een zaklamp kijk ik in haar pijnlijke en bezorgde gezicht. Ik vraag haar waar ze bang voor is? Ze zegt bang te zijn om weg te moeten van haar familie en haar vertrouwde omgeving. Ik vertel haar dat als ze hier blijft niet beter zal worden. Dat haar familie vreselijk bezorgd om haar is en dat ze nu de kans heeft om redelijk comfortabel mee te kunnen rijden, want anders zou ze in een bushtaxi met vele mensen op elkaar gepropt de lange reis moeten maken wat me onverstandig lijkt in haar toestand.
Ook Alhagie probeert haar nogmaals over te halen en uiteindelijk stemt ze ermee in.
Die avond zit ik in dit bijzonder mooie echt Afrikaanse dorpje wat omringt wordt door vele baobabs die in het schijnsel van het maanlicht als donkere schaduwen tegen de hemel staan en temidden van de lieve inwoners van jong tot oud op hun bantaba. Ik versta hun taal niet maar dat hoeft nu ook even niet. Ik voel de vredige energie die deze mensen en dit dorp omringt en ik wil hier nu even niet meer weg. Zo bijzonder...... ik geniet volop van dit bezoek en het maakt dubbel en dwars goed dat we diezelfde ochtend niet naar Senegal konden afreizen.
Op de terugweg gaan we nog even langs bij Jarrai om afscheid te nemen. Als we laat op de avond aankomen is het stil. Iedereen slaapt. We kloppen zachtjes bij het huisje aan en even later verschijnt Jarrai met een slaperig gezicht in de deuropening. We omhelzen elkaar want de komende drie maanden zullen we elkaar niet meer zien. Ze bedankt me voor de mooie tijd die ze de afgelopen maanden heeft gehad en voor de fijne en vertrouwde band die we hebben opgebouwd al die jaren.
Die nacht slaap ik gelukkig goed en de volgende dag vetrekken we met Alhagie Bah, zijn moeder en een nichtje met twee kinderen weer richting het westen. Onderweg eerst nog even langs de school in Jahawour die Henk en Lineke uit Groningen willen gaan ondersteunen. Ze hebben besloten geld in te zamelen voor een muur rondom de schooltuin en we moeten even weten hoeveel meter muur er moet komen. Dit duurde gelukkig niet te lang en algauw kunnen we weer doorrijden. Bij de pond in Farafenni aangekomen geeft Alhagie aan dat we een ´emergency´ geval zijn dus mogen we langs de lange rij met wachtende auto´s rijden om als eerste de aan komen varende pond op te mogen. Een of andere bushtaxi chauffeur probeert toch nog zijn bus voor ons langs de boot op te persen en Alhagie krijgt het vreselijk aan de stok met de mensen die het verkeer begeleiden. Maar goed even later is het leed weer geleden en staan we met een paar centimeter tussenruimte van de auto´s naast, achter en voor ons te wachten in de brandende zon tot dat we de overkant bereiken. De moeder van Alhagie Bah houdt ik op de been met paracetamol die ik gelukkig bij me had. Als ik naar het binnenland vertrek neem ik allerlei medicatie mee want je weet maar nooit en daar is niets te krijgen. Onderweg rijdt Alhagie de hele tijd met zijn alarmlichten aan. Ik vraag waar dat goed voor is en hij zegt dat iedereen dan kan zien dat we een ´emergency´ geval zijn. Oke, ik snap het maar dat duurt niet lang. Als we bij een of andere politiepost komen, staan er opeens drie mannen aan het autoraampje met eveneens drie verschillende kleuren uniformen die weer de bekende begroeting raadplegen. Een andere man die wat verderop op een stoel zit roept Alhagie. Alhagie Bah rent er ook achteraan. Ik kijk vanuit de auto toe. Er wordt handje geklapt, naar binnen gelopen en weer naar buiten, nog eens gegroet, gepraat, lol gemaakt en al wachtende duurt het voor mijn gevoel eindeloos. Ik kijk achter me en zie dat de zieke moeder zich niet comfortabel voelt. Ze vraagt me op ze even uit de auto kan en ik open de deur voor haar. Samen met het nichtje steekt ze de straat over. Ik pas op haar kinderen. Ik denk dat ze naar het toilet moet. Even later komen ze terug en staat Alhagie nog steeds volop te praten met bijgaand gebarentaal. Emergency is plotseling over bedenk ik me. Na nog even wachten vind ik dat het nu wel genoeg is. We zijn per slot van rekening ´emergency´ en ik duw flink op het stuur om de toeter in werking te stellen. Ik blijf vasthouden net zolang totdat ik zie dat ze allemaal begrijpen dat het serieus is. De hele politiepost kijkt op inclusief Alhagie en Alhagie Bah. Gauw worden er handen geschut, een laatste conversatie uitgewisselt en ja hoor we kunnen weer vertrekken. Een uur verderop ziet Alhagie plotseling de auto van iemand die hij kent aan de kant van de weg staan en vraagt zich af of er misschien iets aan de hand is, dus keert hij de auto en gaat op inspectie uit. Er blijkt een baby ceremony aan de gang te zijn. Weer begroetingen, weer handjes schudden, weer mensen die door mijn autoraampje vragen: How are You? How are your sons? How is your father? How is your mother ed. ed. ed. Ik wil naar huis!!!!!
In Brikama aangekomen zetten we het nichtje met haar kinderen inclusief de zakken peanuts en wat nog allemaal niet meer af en kunnen wij eindeljk doorrijden naar het nieuwe Africmed ziekenhuis in Brusubi. Keurig ziekenhuis met hardwerkende mensen en een goed systeem. Nadat we ons gemeld hebben wordt de zieke moeder gewogen, gemeten en getemperatuurd en wordt er bloed en unrine afgenomen voor een lab test. Later mogen we de spreekkamer binnen en treffen we een arts die Fula spreekt. Geweldig, wat dit is de taal van de moeder, die zich daardoor vast beter op haar gemak voelt. Ze kan nu in haar eigen taal uitleggen wat er aan de hand is. De dokter concludeerd dat het een combinatie is van te hoge bloeddruk, een ernstig vitaminegebrek, een slecht spijsverteringssysteem en altijd harde arbeid verricht te hebben. Hij adviseert haar om twee dagen in het ziekenhuis te blijven. Ze wordt aan het infuus gelegd en haar zoon Alhagie Bah zal die nacht bij haar blijven. Alhagie en ik gaan naar huis en nemen afscheid van haar. Ze geeft me een hand en voor het eerst zie ik een glimlach op haar gezicht. Ik ben werkelijk doodmoe van de lange reis en het wachten in het ziekenhuis maar dit doet me goed. Na een heerlijke maaltijd en een frisse douche kruip ik die avond vroeg mijn bed in. Alhagie blijkt onvermoeibaar want hij gaat midden in de nacht nog een paar uur van de muziek van Jeliba Kuyateh genieten die vanavond op het Youth and Community Center speelt.
De volgende dag spreek ik met Houwa af, die de moeder van Alhagie Bah ook heel goed kent, ze zijn immers familie, dat we naar het ziekenhuis zullen gaan voor een bezoek. Maar eerst even langs Yaay, want die heb ik immers een aantal dagen niet gezien. Bij Yaay aangekomen zie ik zoals anders als ze me ziet geen lach op haar gezicht. We vragen wat er aan de hand is en ze verteld dat het slangetje van het katheter pijn doet sinds een paar dagen. Een infectie bedenk ik me meteen. Ook dat nog. Ik vertel haar dat we meteen naar het ziekenhuisje in Tanji zullen rijden om te vragen of ze daar het katheter kunnen vervangen. Nee dat kunnen ze niet en daarom zullen we haar mee moeten nemen naar Africmed. De verpleger rijdt wel even met ons mee om haar te behandelen voor decubitus zodat ze schoon is voordat we vertrekken. Ik ben wel blij dat de verpleger eerlijk erkend dat hij het katheter niet kan vervangen want dat doet lang niet iedereen hier. Nadat we Yaay met rolstoel en al in de auto hebben gezet rijden we naar Brusubi waar we net zoals gisteren dezelfde procedure volgen. Tijdens het wachten, wat deze keer veel langer duurt, brengen we bezoekjes aan de moeder van Alhagie Bah. Ze zegt zich nu wel iets beter te voelen na alle medicatie maar de pijn blijft. Die nacht heeft ze praktisch niet geslapen want het licht en de vertilator stoorde haar. Houwa legt haar uit dat er knopjes aan de muur zitten waarmee ze het licht en de ventilator uit kan zetten. Verbaast kijkt ze Houwa aan. Ze heeft immers nog nooit met elektriciteit te maken gehad dus doet Houwa voor hoe ze de knopjes kan bedienen.
Na bijna drie uur wachten wordt Yaay naar binnen geroepen om haar katheter te vervangen. Een lieve verpleegkundige die gelijk een klik met haar had toen ze Yaay al eerder zag bij het temperaturen verving de katheter. Yaay was wat angstig en ik moest helpen haar benen uit elkaar te houden in de overigens erg kleine ruimte. Na het ophalen bij de apotheek van antibiotica en een ijzerpreparaat konden we weer richting Tanji. Om negen uur zat ik pas aan de warme maaltijd. Ik had sinds vanochtend niet meer gegeten en had een berehonger.
Vrijdagochtend wordt ik gebeld door Alhagie Bah met de mededeling dat zijn moeder naar Banjul of Serekunda hospital moet voor een scan en of we z.s.m. kunnen komen. Gelijk nadat Houwa thuis kwam van school reden we voor de derde dag naar het ziekenhuis. Er bleek een X Ray scan gemaakt te zijn die ochtend en er was op waar te nemen dat in de middenrug het kraakbeen tussen de ruggewervels was verdwenen. Dat is de reden dat ze zo´n pijn heeft waarschijnlijk. Nu krijgen we het advies om nog een scan te laten maken zodat aan de hand daarvan bepaald kan worden wat te doen. Dit gaat nog eens 4000 dal. kosten. De arts in Serekunda hospital zit al op ons te wachten wordt ons verteld. Ik laat Alhagie Bah weten dat ik eerst wil weten wat de opname en de medicijnen tot nu toe gekost hebben want gezien ze niet verzekerd zijn ben ik als ik niet uitkijk binnen de kortste keren blut. Na een uur wachten komt de rekening, ruim 10000 dal. inclusief opname, infuus, medicatie en X Ray scan. Prima, ik heb ermee ingestemd dat ze hier twee dagen zou blijven en heb dan ook keurig betaald. Maar nu vraag ik me wel af of we haar onmiddelijk naar het Serekunda hospital moeten laten gaan. In Nederland zou ik dat onmiddelijk doen, maar hier heb ik er mijn twijfels over. Dit omdat ik het vermoeden heb dat de medische wetenschap hier niet zover ontwikkeld is dat ze verandering aan kunnen brengen aan een rug waarvan het kraakbeen versleten is. We kunnen dan wel die scan laten maken, maar dan...... ? Zijn we weer 4000 dal. kwijt en kunnen we verder alsnog niets. Met de andere klachten die ze heeft weet ik wel raad. Er zijn immers medicijnen voorgeschreven die ze voorlopig in kan nemen, maar met die rugklachten daar wil ik liever even de tijd voor nemen om erover na te denken. Ik bel de wachtende dokter in Serekunda af en zeg hem er later op terug te komen. We besluiten met goedkeuring van haar behandeld arts uiteraard dat we haar meenemen naar een familiecompound in Latrikunda zodat ze daar in het weekend tot rust kan komen. Later zullen we kijken wat we verder kunnen doen. Nog even bij de ziekenhuisapotheek de medicatie ophalen en dan kunnen we weg,....... dacht ik. Ik krijg het vreselijk aan de stok met de man die in de apotheek werkt (Sorry, ik kan het geen apotheker noemen maar eerder een oplichter).
De arts bracht mij een briefje met alle medicatie daarop geschreven wat ik heb afgegeven bij de apotheek. De apotheek moet dit afstemmen met de cassiere die dit in rekening brengt. Dit had ik al voldaan. Nu zou ik aan de hand van wat de arts voorgeschreven heeft de medicatie in ontvangst kunnen nemen bij de apotheek, maar dat loopt anders. Van de pijnstillers van 400 mg. die voorgeschreven zijn voor 7 dagen krijg ik nu maar 8 capsules a 100 mg voor mijn neus. Dit is voor 2 dagen. Als ik meer wil hebben moet ik 1000 dal. bijbetalen. Dit schiet helemaal verkeerd bij mij. Gisteren had dezelfde man zo´n zelfde smoesje. Ik had namelijk al 700 dal. voor het katheter voor Yaay betaald bij de cassiere en toen ik het bij hem op ging halen moest ik opeens bij betalen, omdat zei hij dit een ander type katheter was. Ik heb dat toen maar gedaan, want weet ik veel. Nu weet ik zeker dat hij me probeert op te lichten en ik wordt dan ook laaiend. Iedereen die zich in de ziekenhuishal bevindt kijkt mijn kant op, maar dat kan me niets schelen. Ik vertel hem luidt en duidelijk dat hij me probeert op te lichten. Hij zegt steeds, maar mevrouw u snapt het niet, maar ik snap het heel goed. Ik graai de medicatie bij elkaar en laat de man boos achter. Wat een ….. en dat in een voor Gambiaanse begrippen professioneel ziekenhuis. Die man zou bij mij meteen op stoep staan. Na dit incident hebben we de moeder van Alhagie Bah naar Latrikunda gebracht waarna Houwa en ik onze weg naar huis vervolgden. Maar eerst nog even langs Yaay om het gebruik van de medicatie uit te leggen aan haar oma. We troffen oma jammer genoeg niet thuis. Ze handelt om aan de kost te komen in vis en is in de ochtend en vroeg op de avond op het strand te vinden. We horen echter van Yaay dat haar net nieuwe katheterzakje niet geleegd kan worden. Het zakje raakt al aardig vol met urine en dit kan zo niet de nacht door anders krijgt ze weer problemen. Ik probeer ook of het mij lukt maar ik krijg de urine er op de een of ander manier niet eruit. De pijn is nu in elk geval weg want gisteren is al begonnen met de antibiotica. In de hoop dat de verpleger van het ziekenhuisje in Tanji hier raad mee weet rijdt ik er opnieuw naar toe. Ik vertel hem het verhaal en hij beloofd mee te komen. Na even wachten rijden we met zijn drieen opnieuw naar Yaay.
Na het e.e.a. uitgeprobeerd te hebben lukt het de verpleger het zakje te legen. Pfffff, wat ben ik blij dat ik niet weer opnieuw terug moet naar het Africmed. Ik ben doodmoe na drie dagen ziekenhuis in en uit ben ik blij als ik weer thuis kom en even kan relaxen.
Vanmiddag nog even naar Yaay in de hoop nu haar oma te treffen en ja hoor, ze is thuis. Ik leg haar het gebruik van de medicatie uit. Daarna kletsen we nog even en ik leg haar uit dat ik volgende week naar huis ga. Dat ik dan gauw met een aantal mensen bij elkaar ga komen waaronder Lonneke en Harry(Je ziet haar gezicht oplichtenals ik hun namen noem). Een aantal mensen zullen in januari naar Gambia komen om haar o.a. te trainen zindelijk te worden. Ik vraag haar zo goed als ze kan mee te werken. Als dat lukt kan ze naar het klasje van Houwa. Ik vertel haar dat ze dan mooie kleren kan dragen en zelfs ondergoed. Ze straalt helemaal. Prachtig toch! We halen de radio die ze van Harry gekregen heeft en gelijk komen de klanken van Youssou N´dour uit het apparaat. Ik beweeg haar rolstoel op de maat van de muziek heen en weer. Yaay begint met haar vingers te knippen. Een ander meisje dat een eindje verderop zit begint te swingen en zelfs oma begint in haar handen te klappen. Prachtig! We hebben met zijn allen al heel veel bereikt bij deze familie. Degene die weten hoe we haar aantroffen weten wel wat ik bedoel.


dinsdag 2 december 2014

Drukke maar interessante week


Gisteravond drie uur zitten werken aan een verslag voor mijn blog en net toen ik het op internet wilde plaatsen viel internet weg en was ik alles kwijt. Het valt niet mee hier om via internet te communiceren.
Vorige week zat ik in het internetcafe toen ik net een lange mail getypt had en de stroom uit viel. Ook alles weg. Of ik heb een toetsenbord waar je een gereedschapskist bij nodig hebt om het functionerend te krijgen. Zo is het altijd wat, dus vandaar..... sorry als het allemaal wat lang duurt voordat jullie van me horen. Ik kan niet meer doen dan mijn best.

Vorige week een drukke, inspirerende en interessante week gehad. Dindag heb ik met Houwa alle gehandicapte kinderen die bij het Bendula project betrokken zijn bezocht om te vertellen dat de school weer van start gaat vanaf deze week. Het Bendula project is een initiatief van leraren en studenten van het ROC in Venlo die via Go4Africa naar Gambia zijn gekomen en een klasje voor zo´n 10 gehandicapte kinderen in de bibliotheek van de Tanji Lower Basic School hebben opgezet. De kinderen gaan ieder een ochtend in de week naar school. Het klasje heeft 5 maanden stil gelegen vanwege vakantie, een kapotte bus en ziekte van Houwa die de kinderen begeleid en ziekte van de ouders van Alhagie Bah die de kinderen naar school brengt. Nu kunnen ze dus weer van start en een bezoek aan de ouders is van belang omdat er anders niemand op tijd klaar staat als de kinderen in de ochtenduren opgehaald worden. Na een hele middag in en uit de auto, over paden die vergelijkbaar zijn een paardenpad in het bos in Nederland en gigantische kuilen ontwijkend voor zover als dat gaat, was ik dan ook helemaal gaar aan het eind van de middag.
Woensdag ben ik met Yaay, een gehandicapt meisje in Tanji wat een aantal weken geleden verwaarloosd en ziek was aangetroffen door Harrie Stienen, voor controle naar het ziekenhuis in Banjul geweest. Yaay heeft onlangs ruim een week in het ziekenhuis gelegen vanwege uitdrogings verschijnselen dat veroorzaakt was door een ernstige vorm van decubitus. Gezien Yaay incontinent is zit ze altijd in haar eigen urine en kunnen haar wonden niet helen. Er is nu een katheter aangebracht in het ziekenhuis wat natuurlijk al een hele vooruitgang is. Dus woensdagochtend met JJ, Yaay en haar oma opgehaald. In Banjul aangekomen wist JJ waar we moesten zijn. Na een half uur wachten bleek dat we bij het verkeerde gebouw stonden. Gelukkig was er iemand die Yaay herkende en zij wees ons naar een ander gebouw. Na bekend gemaakt te hebben dat we er waren bij een vrouw die achter een deur verborgen zat, vermoedelijk de receptioniste, vertelde ze ons te wachten op de veranda. Er was een houten bankje tegen de muur gemaakt waarop we plaats namen tussen nog een tiental andere mensen. Ik keek eens rond en zag achter ons een overkapping waar nog zo´n 100 wachtenden zaten, eveneens op houten bankjes. Ik zag de bui al hangen. Iedereen had natuurlijk gewoon vandaag een afspraak maar niemand die een tijd doorgekregen heeft, net zoals wij. Dus dan maar wachten totdat we geroepen worden, Na twee uur op dat houten bankje te hebben doorgebracht en we er allemaal een houten k..... van hadden gekregen zag de betreffende receptioniste ons zitten en kregen we te horen dat we het dossier van Yaay op moesten halen bij de administratie. Wisten wij veel, had ze ons dat niet eerder kunnen vertellen??? Toen was het zo gepiept en konden we bij de arts naar binnen. Nadat we de receptioniste gepasseerd waren, kwamen we in een rommelig kantoor waar de paar stoelen die er stonden, waarschijnlijk bedoeld voor patienten, vol zaten met mensen in witte jassen die druk met elkaar in gesprek waren. Ergens achter in een hoek zat een man achter een bureau met een Indiaas uiterlijk en ik begeep dat hij de arts was want hij begon tegen me te praten. Zijn Engels was totaal anders dan ik gewend ben hier en door het geroezemoes van de anderen in de ruimte moest ik vreselijk mijn best doen om hem te verstaan. Hij keek een keer naar Yaay en ging verder met zijn verhaal. Ik begreep daaruit dat Yaay opnieuw geopereerd moet worden. Ze heeft immers een waterhoofd en dat kan druk gaan geven op haar hersenen. Er moet een afspraak gemaakt worden met een andere arts om een drain te plaatsen in haar hoofd zodat het vocht afgedreven kan worden. Ondertussen liep hij het kantoor uit tussen de anderen door nog steeds druk pratend en met mij achter zich aan. Ik begreep dat hij het telefoonnummer wilde vragen van die andere arts aan zijn collega´s maar er was niemand die het telefoonnummer wist. Dus moest ik het zelf maar uitzoeken zei hij. Oke....daar stond ik dan! Ik besloot gewoon iedereen met een witte jas aan te klampen voor dat betreffende telefoonnummer. Na een tiental mensen gevraagd te hebben kwam er een jongeman naar me toe die me het juiste nummer wist te geven. Donderdag kon ik bellen voor een afspraak wist hij me ook te vertellen.
Ik had verwacht dat het katheter van Yaay wel nagekeken zou worden maar niets van dat alles. Hier konden we het verder mee doen. Een verpleger van het ziekenhuisje in Tanji verzorgd nu dagelijks haar decubitus wonden, tenminste dat is de afspraak. Ze worden daar dik voor betaald, maar ook daar moeten we steeds achteraan. De ene keer is het verband op, de andere keer voelt de verpleger zichzelf ziek en ga zo maar door. Het valt niet mee om het allemaal goed te coordineren hier.
Thuis gekomen ben ik met Alhagie naar Brikama gereden om daar wat vrienden op te zoeken en daarna sponsorgeld te brengen voor twee kinderen waarvan de vader vorig jaar op jonge leeftijd overleden is aan leverkanker. De moeder leeft nu met haar drie kinderen alleen en heeft weinig familie waardoor het voor haar erg moeilijk is om te overleven. Sociale voorzieningen zijn er in Gambia immers niet. De moeder vertelde ons nog steeds heel veel aan haar man te denken en haar rouwproces was duidelijk nog niet voorbij.
Donderdag had ik met Francien Smits van Gambia Child en haar dochter afgesproken in hun hotel. Zij hebben als doel gehandicapte kinderen te ondersteunen zodat ze naar school kunnen. Ook willen ze een samenwerkingsverband aangaan met het Bendula project. Na een uurtje bijgekletst te hebben zijn we samen op stap gegaan en ons eerste bezoek bracht ons bij Second Home. Dit is een tehuis voor gehandicapte kinderen opgezet vanuit een initiatief uit Nederland. We troffen daar Jos die voor drie weken in Gambia is. Na een kop thee en een rondleiding door het huis, de kinderen zijn overdag op de methodist school, nog even nagepraat over een nieuw initiatief vanuit Second Home nl. een kenniscentrum. Kennis betreft de omgang met gehandicapten en hun mogelijkheden is praktisch niet aanwezig. Vandaar dat er door onwetendheid in sommige gevallen gehandicapten worden verwaarloosd en/of hun mogelijkheden niet worden benut. Ook speelt de armoede hierin een grote rol. Er is geen geld voor voorzieningen of medische zorg. Het kenniscentrum wil voorlichting geven aan familieleden, leraren en iedereen die te maken heeft met mensen met een handicap, over de verschillende vormen van handicaps en hun specifieke benadering. Prachtig initiatief en misschien kansen voor een mogelijke samenwerking i.v.m. onze zorgboerderij.
Daarna naar de methodist school. Deze school is opgezet vanuit een Engels initiatief. Hier gaan zo´n 150 gehandicapte kinderen dagelijks naar school. Alleen hoorde ik van Jos dat ook de leraren hier praktisch geen kennis hebben op dit gebied. Er is echter één vrouw die ook op Second Home werkt die zich met heel haar hart inzet voor deze kinderen.
Om 13.00 uur had Francien een afspraak met de moeder van Kumba Lowe, een doof meisje, bij de dovenschool in Kanifing. Kumba is vorig jaar op kosten van Gambia Child naar een ziekenhuis in Dakar geweest om te kijken of ze iets konden doen om haar gehoor te verbeteren maar dat is jammer genoeg niet voldoende gelukt. We troffen Kumba en haar moeder bij de ingang van de school. Na een poosje gewacht te hebben werden we bij het hoofd van de school naar binnen geroepen. Na uitgelegd te hebben dat Gambia Child zou betalen om Kumba op school te plaatsen kregen we te horen dat ze nog te jong was. Ze zou eerst naar de nursery school moeten en eindje verderop. Ik vroeg aan de man hoe het vervoer naar de nurseryschool geregeld was vanuit Lamin waar ze woont? Waarop hij antwoordde dat ze dan dagelijks een taxi moest nemen. Ik vertelde Francien dat dat nogal prijzig is, waarop Francien liet weten dat ze maar een max. bedrag per jaar per kind kan besteden en dat die taxi alleen al meer zou kosten. Daarop stond het hoofd van de school op en nam ons mee naar de klas waar de jongste kinderen zich bevonden. Hij riep een paar kinderen om naast Kumba te komen staan en vond toen potseling dat ze wel hier op school zou passen. De kinderen waren bijna allemaal een kop groter dan Kuma maar vooruit...... Vreemd dat het nu plotseling wel kan. Wat moet ik hiervan denken???
We werden een kantoor ingeleid waar een man achter een bureau meteen zijn bonnenboekje tevoorschijn haalde om het bedrag wat Francien jaarlijks beschikbaar heeft voor Kumba in ontvangst te nemen. Ik zag dat de moeder van Kumba zich hierbij niet op haar gemak voelde waarop ik tegen Francien zei dat ik het beter vond om het geld aan haar te geven. Zij kan dan zelf de schooluniformen, de schoolbus, de schooltas en overige schoolbenodigdheden aanschaffen. Ze is daar bekwaam voor en in het verleden hebben we gemerkt dat ze ook betrouwbaar is, dus waarom niet. Als de school het geld ontvangt is het deze keer maar de vraag of het allemaal op zijn pootjes terecht komt. Gezien het bonnenboekje te snel te voorschijn kwam heb ik daar mijn vraagtekens bij.
Buiten gekomen liet de moeder weten heel blij te zijn met mijn besluit om het geld aan haar te geven en ik vertelde haar dat ik Alhagie zou vragen haar nog te bellen. Ze heeft een groot vertrouwen in Alhagie en ik weet dat het haar goed doet om hierover nog even contact met hem te hebben.
Daarna nog naar Bakau voor een gesprek met de contactpersoon van Francien en het uitdelen van twee zakken rijst aan zijn familie op twee verschillende compounds. Francien heeft n.a.v. mijn initiatief om zakken rijst in te zamelen ook haar best gedaan en via haar kunnen nu ook vele families blij gemaakt worden.
Vrijdagochtend kwam Francien met haar dochter mijn kant op om het klasje van het Bendula project te bezoeken en in de middag rijst uit te delen aan alle families van de gehandicapte kinderen die betrokken zijn bij dit project. Nadat we het klasje waar vandaag twee kinderen aanwezig waren hadden bezocht zijn we samen met hen in de bus gestapt om alvast rijst naar hun families te brengen. De rest willen we doen na ´praytime´ zoals ze dat hier noemen. Vrijdagmiddag is het voor alle moslims om twee uur tijd om te bidden net zoals dat bij ons in Nederland voor alle christenen vroeger of waarschijnlijk nog wel op zondagochtend om 10.00 uur is. Gedurende een uur ligt dan het sociale en economische leven praktisch geheel stil. Wij namen om die tijd een lunch en daarna vertrokken we met de bus om de zakken rijst uit te delen. Weer over al die paden en paadjes met hobbels en bobbels, auto in, auto uit, maar het was de moeite waard. Vele families waren dankbaar voor deze daad. Anderen waren er bescheiden en verlegen onder. Bij één familie was ik zelfs, na al die jaren Gambia, erg geraakt door hun armoedige situatie. Het is dicht in de buurt bij de compound van Franco. Je moet echter even van de weg af zo´n 200 meter een paadje in en dan kom je bij de compound. Afgelopen week toen ik hier ook al was heb ik er niet zo op gelet, maar nu zag ik hoe armoedig deze mensen leven. Ik had Houwa gevraagd om bij alle gezinnen een telefoonnummer te vragen omdat dat makkelijker communiceren is met de ouders van de kinderen als er iets aan de hand is. Deze mensen hadden geen telefoon, ze hadden echt helemaal niks. Ze leven met hun kinderen in een bouwval van een heel klein huisje waar wij onze kippen nog niet in zouden zetten omdat het instortgevaar te groot is. Geen kookgelegenheid, geen......... helemaal niks. Wel een paar kinderen waarvan er eentje gehandicapt is. Ik kon er die nacht niet van slapen. Mocht ik ooit een sponsor kunnen vinden om dit gezin op weg te helpen voor een paar tientjes per maand zodat ze in elk geval hun kinderen fatsoenlijk te eten kunnen geven. Wie biedt zich aan???
Om zes uur hadden Alhagie en ik een meeting in het Youth and Community Center met de nieuwe Alkalo (burgemeester) en het dorpscomite. Het doel hiervan was om te praten over de overdracht van het centrum in oktober 2015. De laatste jaren hebben we verschillende keren geprobeerd een afspraak met hen te maken maar omdat het nogal rommelde binnen het dorpsbestuur lukte dat steeds maar niet.
Nu lijkt het erop dat het allemaal wat stabieler is sinds de nieuwe burgemeester aan het roer zit.
We hebben in 2008 immers een contract met hen afgesloten met daarin opgenomen dat we 7 jaar lang het centrum mogen runnen. Volgend jaar loopt dat af. Ik was helemaal verbaasd deze keer. Iedereen was op tijd. We waren met 15 mensen. Ook de jongens die werken op het Youth Center waren aanwezig. Alles ging in het Mandinka en ik kon er dus niets van volgen maar later heeft Alhagie mij uitgelegd dat ze er de komende tijd over na gaan denken hoe straks verder. De opties zijn als volgt: Zij gaan het overnemen, wij blijven de verantwoordelijkheid dragen of zij gaan dat doen met ondersteuning van FFYP. Ik heb hen gevraagd in maart nog een keer bij elkaar te komen omdat dat waarschijnlijk de laatste keer is dat ik nog in Gambia ben voor de overdracht plaats vindt.
Ik vond het fijn om een goed gesprek met hen gehad te hebben en we hopen er maar het beste van.

Zaterdag kreeg ik bezoek van mensen die ik in het vliegtuig had ontmoet. Ze hadden me herkent van TV. De vader van een van die jongens bleek bevriend te zijn met Jeanne van den Bosch uit Boekel.
Ook kwam er een vrouw met hen mee uit West Brabant die geinteresseerd was in ons verhaal.
Ik ben ze op gaan halen in hun hotel. In Tanji aangekomen wilden ze eerst ons verhaal horen, over wat we doen en wat ons inspireerd om dit te doen. Na een tijdje gepraat te hebben en na een lunch zijn we te voet naar de zorgboerderij gelopen en vandaar uit naar het Youth and Community Center. Muhammed Jaiteh had er alles keurig uit zien, zelfs nadat er de avond daarvoor een DJ programma was geweest tot laat in de nacht. De bibliotheek was druk bezocht met jonge lezers en de theatergroep was aan het oefenen op het buitenpodium. Een van de studenten van Ousman kon ons de timmerwerkplaats laten zien. Daarna met hen en Alhagie naar het strand gereden om de drukte rondom de visserij met hen te bekijken, wat er altijd heel spectaculair en kleurrijk uit ziet. Ze vonden het een zeer interesssante en indrukwekkende middag. Leuk vind ik dat als we mensen uit Nederland een leuke (mid)dag kunnen bezorgen.

Zondagmorgen heb ik samen met Houwa Yaay opgehaald en naar onze compound gebracht. Ze vindt het geweldig om er even uit te zijn. Ze zit immers de hele dag op dezelfde compound in haar rolstoeltje voor zich uit te turen. Zo heeft ze even afleiding. Thuis gekomen heb ik haar wat cijfers leren schrijven en hebben we spelletjes gedaan met rummicup cijfers. Ik gaf haar ook een beker koud water uit de koelkast en ze dronk hem in een teug leeg. Daarna vroeg ze om nog een en nog een.... Het lijkt erop dat ze nog nooit zo´n lekker koud water heeft gedronken. Ik heb haar samen met Houwa wat vragen gesteld om erachter te komen of ze wel of niet voelt als haar blaas vol zit. Ze zegt het wel te kunnen voelen. Als dat werkelijk zo is zou ze natuurlijk geweldig geholpen zijn met zindelijkheidstraining.
Als we dat met een paar mensen uit Nederland voor elkaar krijgen dan zou ze ook naar school kunnen.
Dat zou natuurlijk een geweldige vooruitgang voor haar zijn.
Laat op de middag met Alhagie naar het strand in Sanyang gereden. Lekker gewandeld door het zand met prachtig weer. Ik kan me dan haast niet voorstellen dat het in Nederland nu koud is en al donker om deze tijd. Daarna hebben we lekker gegeten aan het strand met in de verte de ondergaande rode zon die de hemel in een prachtig schijnsel hult. Dan nog even een bezoek aan Marijke die permanent in Sanyang woont. Leuk om haar weer te zien en om bij te kletsen. Laat in de avond komen we weer thuis.

Komende week wil ik een visum regelen voor Senegal. We vertrekken a.s. zaterdag naar Jakaba. Eerst gaan we een nacht doorbrengen in Tendaba Camp vanwaaruit we verder rijden naar Janjanburee. De moeder van Alhagie gaat dan ook met ons mee naar huis. Ze is al vier maanden niet meer thuis geweest. Eerst tweeeneenhalve maand in Nederland en nu al een week of zes hier in Tanji. Ik denk dat ze blij is om weer thuis te kunnen zijn. Ook willen we daar nog zakken rijst uitdelen, de school bezoeken en een dag naar Kuho Sosse in Senegal, het dorp waar Alhagie vijf jaar van zijn leven heeft doorgebracht. Het is immers al drie jaar geleden dat ik daar ben geweest en het lijkt me leuk om deze mensen weer terug te zien. Dus het zal wel eind volgende week worden voordat er weer een verslag van mij verschijnt op mijn blog.

zaterdag 22 november 2014

Vanuit het warme Gambia, een eerste bericht. Na een voorspoedige vlucht ben ik weer veilig aangekomen in Tanji. Een aantal mensen in het vliegtuig herkenden mij van de TV uitzending afgelopen zondag.
Dat was wel leuk!
Gisteren hebben we meteen de helft van het gesponsorde geld voor de rijst gewisseld, 50 zakken rijst gekocht en een vrachtwagentje gehuurd. 50 x 50 kg is immers 2500 kg.
De zakken thuis opgestapeld en vrijwel meteen is Alhagie mensen gaan bellen of gaan halen waarvan hij de indruk had dat ze het moeilijk hebben op dit moment. Over wie er allemaal geweest is daar zal ik na terugkomst in Nederland verslag van doen, want dat is teveel om nu even op te noemen.
Ik was even weg in die tijd om boodschappen te doen en toen ik terug kwam zag de straat letterlijk en figuurlijk zwart van de mensen. Dit gaat hier natuurlijk als een lopend vuurtje en Alhagie werd zowat onder hen bedolven. Uiteindelijk riep hij tegen mij, maak jij de foto´s maar! Maar ik vond het te genant om tussen al die mensen foto´s te maken en ben snel naar binnen gevlucht. In het begin heeft Alhagie wel foto´s gemaakt maar uiteindelijk was het niet meer te doen. Tot gisteravond 23.00 uur stond onze compound vol met mensen die allemaal hoopten nog een zak rijst te krijgen, maar helaas alle rijst was al weggegeven. Omdat we nadien nog steeds mensen in ons hoofd hadden waarvan we vonden dat ze echt een zak rijst nodig hadden is Alhagie samen met Baks nog 17 zakken rijst gaan kopen en in de nacht hebben ze aan de huisjes geklopt (de mensen gaan hier over het algemeen vroeg naar bed omdat ze geen elektriciteit hebben) en een zak rijst afgeleverd. Deze mensen waren stomverbaasd dat er zomaar iemand is die hen 's nachts een zak rijst komt brengen. Sommigen van hen moesten zelfs huilen, zo ontroert waren ze door dit gebaar.
Vanmorgen om 8.00 uur stond de straat weer vol met mensen en dit ging de hele dag zo door. Moeilijk is dit soms. Zoveel mensen hebben hulp nodig maar jammergenoeg kunnen we maar een deel van hen helpen.

De rest van het geld gaan we besteden in het binnenland. Over een week of twee/drie gaan we naar Jakaba, Bulbuck en Kuho Sosse in Senegal. Ook daar zullen we rijst uitdelen.

Door vele (gelovige) mensen hier is er voor ons en voor alle mensen die dit mogelijk hebben gemaakt gebeden. Alhagie en ik (Petra) willen jullie allemaal heel hartelijk bedanken! Zoveel gezinnen hebben we samen met jullie al blij kunnen maken met de zakken rijst.


Woensdagavond was het weer even spannend. Ik wilde voordat ik naar bed ging nog even douchen. Ook Alhagie wilde douchen en was zich al uit aan het kleden toen ik een enorm lawaai hoorde buiten. In eerste instantie dacht ik dat de TV buiten zo luidt stond, maar ik twijfelde en bedacht mezelf om maar eens even een kijkje te gaan nemen. Toen ik buiten kwam hoorde ik een enorm gegil en lawaai bij onze buren vandaan komen. Ik rende het huis in en riep tegen Alhagie; Er is iets aan de hand bij de buren!
Hij kleedde zich snel weer aan en rende naar buiten toe. Even later kwam hij terug met de mededeling dat ze een dief te pakken hadden die in wilde breken. De vrouwen die daar wonen waren enorm geschrokken omdat hij de elektriciteit uitgeschakeld had en ze plotsklaps in het donker zaten. Daarop zetten ze het op een gillen waarop Baks en Muhammed die bij ons zaten over de schutting sprongen en hem te pakken kregen. Ze hebben uiteindelijk met touwen zijn polsen samengebonden.
Ik wilde dat wel eens zien natuurlijk en wurmde mezelf snel in pyama en rende achter Alhagie aan.
Toen ik bij onze poort aan kwam stonden er minstens 20 mensen om de dief heen die geboeid op een bankje zat. Hij was gewond aan zijn hoofd en zat vrolijk te lachen. Kun je je dat voorstellen....je zit gewond, met geboeide polsen en er staan 20 mensen om je heen tegen je te schelden en dan zit je alsnog te lachen.....
Hoe gek moet je dan zijn! Alhagie bracht hem samen met een aantal anderen achterin de bus naar het politieburo in Tujering. Hij was een Senegalees en het bleek achteraf ook dat hij ze niet allemaal op een rijtje had.

Gisteravond een gesprek gehad met Bah die twee jaar geleden een microkrediet van FFYP heeft gehad.
Bah is een buitengewoon aardige jongen en naar mijn idee goud eerlijk. Fijn gesprek met hem gehad. Hij is nu middels wat bouwwerkzaamheden aan het sparen om bij te kunnen leggen bij zijn verdiensten vanuit zijn microkrediet om dan weer te kunnen starten met het verhandelen van vis. Goed initiatief toch!

Ik heb van Harry die nu al een aantal weken hier is het hele verhaal van Yaay (gehandicapte meisje) aangehoord en het is voor onze Westerse begrippen te triest om aan te horen. Ze zou beter af zijn als ze ergens ondergebracht zou kunnen worden, maar waar..... Alle grotere instanties die in Gambia actief zijn hebben we al benaderd en die zeggen niets te kunnen doen. Een andere optie was Heart House, een instituut voor gehandicpate kinderen, wat gerund wordt door Engelsen. Ik heb daarheen gebeld maar Yaay blijkt voor hen al te oud te zijn. Zij nemen kinderen onder hun hoede die 4 a 5 jaar oud zijn. Dus dat houdt nu ook op. We hebben het er ook over gehad om Yaay naar Nederland te halen zodat haar wonden (decubitus) goed kunnen genezen en ze een training kan volgen om zindelijk te worden. Volgens Harrie weet ze heel goed wanneer ze naar het toilet moet, maar het is haar nooit geleerd. Vandaar dat ze altijd in haar eigen uitwerpselen zit. Als dit probleem opgelost zou zijn dan is het leven voor Yaay al een heel stuk aangenamer.

Dit waren voor nu wel de belangrijkste dingen. Ik wens jullie vanuit Gambia allemaal een fijn weekend en tot volgende keer.

 

maandag 24 maart 2014

Weer thuis in Nederland.

Inmiddels ben ik weer veilig geland in Nederland. Ik heb de laatste week van mijn verblijf in Gambia geen gelegenheid meer gehad om naar het internetcafé te gaan om mijn blog af te sluiten. Vandaar dat ik dit even thuis doe, zittend op mijn eigen bank in mijn stacaravan met een prachtig uitzicht op de Strabrechtse Hei.

De laatste week van mijn verblijf heb ik gelukkig nog wat leuke dingen gedaan.
Op maandagochtend kregen we onverwachts bezoek van mensen uit Rosmalen waarmee we de zorgboerderij bezocht hebben. Zij waren erg te spreken over wat er al is bereikt en over het voor Gambia unieke project. Naar mijn idee is dit de eerste zorgboerderij voor gehandicapten in het land. Daarna een middag onverwacht op stap met Franco, Carla en Mieke en lekker geluncht bij Fast Ali in Serekunda. In de avonduren kwam Gibba (een jongen uit Tanji) zijn microkrediet in ontvangst nemen. Hij was er erg blij mee. Hij wil vis inkopen in Tanji en deze vervoeren met een huurauto naar Foni (provincie in het binnenland). In het binnenland wordt voor vis meer betaald zodat voor elke rit er een percentage winst op zit.
Op dinsdagochtend met Alhagie, Carla en Mieke op bezoek bij een vrouwenproject in Tujering. Dit project is gebouwd met hulp van een Spaanse sponsor om kansloze vrouwen een mogelijkheid te bieden op educatie (Engels, computerles, koken, naaien, batikken) Het is een heel mooi project en hoop voor hen dat ze het financieel gezien kunnen volhouden.
Ook nog een gesprek gehad met de voorzitter van het Village Development Committee (dorpscomité) van Tanji i.v.m. de overdracht van het door Future for Young People gebouwde Youth and Community Center. We hebben hen gevraagd erover na te denken hoe ze verder willen met het gebouw na overdracht volgend jaar oktober. We willen hier graag feedback over.
Zaterdag zijn Alhagie en ik naar een ceremonie in Sanyang geweest waar vier studenten van een skillcentrum, gesponsord door Hans en Ali uit Nederland, een certificaat uitgereikt kregen. Zoals altijd in Gambia kwam de ceremonie pas op gang lang nadat deze gepland was. Dus het begon met wachten, wachten en nog eens wachten ondertussen gezellig pratend met Hans en Ali.
Tegen de tijd dat de ceremonie zo ongeveer afgelopen zou zijn kwamen meer en meer genodigden opdagen en kon het eindelijk beginnen. Na wat toespraken en de uitreiking van de certificaten kregen we een bord vol met lekkere cakejes en een drankje.
Alhagie moest ondertussen iemand naar het vliegveld brengen en ik kon na afloop van de ceremonie mee naar het huis van Hans en Ali waar we lekker buiten gezeten op het grote terras een salade nuttigden.
Om half elf kwam Alhagie mij ophalen en reden we naar huis.
Zondagochtend nog even bij Marijke op bezoek geweest in Sanyang om afscheid te nemen. Marijke woont sinds een aantal jaren permanent in Gambia en ik vind het altijd gezellig om zo af een toe eens met haar bij te kletsen.
Later op de middag ben ik met Alhagie naar Senegambia gereden en hebben we ons laatste gebakje gegeten en heerlijke muntthee gedronken. Daarna zijn we naar het strand gegaan om daar nog even samen te zijn en ons laatste afsluitende gesprek te hebben. Het was erg druk op het strand. Zondags gaan ook de Gambianen relaxen of voetbal spelen op het strand. Je ziet dan ook ontelbare voetbalteams over het strand rennen en moet je oppassen dat je niet zo nu en dan een bal tegen je hoofd krijgt.
We zijn op zoek gegaan naar een wat rustigere plek en hebben daar samen naar de zonsondergang gekeken terwijl we nog even spraken over ons leven en onze toekomst. Toen de zon onder was zijn we terug gelopen naar de auto en thuis gekomen was er een diner georganiseerd bij Franco op de compound met daaraan gekoppeld een djembé programma. Alle Go4Africa studenten plus vele voor mij bekende Gambianen waren aanwezig. Voor mij was dit een mooie afsluiting van mijn verblijf in Gambia.
Maandagochtend heb ik mijn spullen ingepakt en ben ik afscheid gaan nemen van de bouwvakkers die zoveel maanden aan de boerderij gewerkt hebben en van onze lieve buren. Franco en zijn moeder kwamen om afscheid van me te nemen en ook de dierbare mensen die werken op onze compound namen afscheid. En ja....... dan is het zover...... ik ga weer naar huis. Al deze lieve mensen achterlatend stap ik in de auto samen met Alhagie die mij naar het vliegveld zal brengen. Dag allemaal, dag Alhagie, hoop jullie spoedig weer te zien.

woensdag 5 maart 2014

Korte Update

De dader die vorige week de Nederlandse coach van Go4Africa overvallen heeft is nog niet gevonden.
Hij blijkt gevlucht te zijn naar Serekunda en ja, dan is het moeilijk zoeken in zo n grote stad.
Dat houdt wel in dat ik, maar ook alle andere Nederlandse meiden en vrouwen die nu in Tanji logeren toch wat waakzamer zijn om de straat op te gaan. Na met stenen bekogeld te zijn, het stelen van mijn tas en nu vorige week die overval weer voel ik me niet meer veilig op straat. Dat is jammer want ik merk dat me dat blokkeerd om ergens naar toe te gaan. Vandaar dat ik afgelopen week voornamelijk op de compound heb doorgebracht. Soms duren de dagen dan lang, want ik zit van de vroege morgen tot de late avond op dezelfde plek. Ook heb ik niet echt iemand om mee op stap te gaan. Alhagie heeft het druk en ondanks alle drukte die de 14 Go4Africa mensen die nu bij ons logeren met zich meebrengen, voel ik me er niet echt bij horen.
Nou ja, nog een kleine twee weken dan ben ik weer terug in Nederland. Daar kijk ik wel weer naar uit.

Afgelopen zondag zijn we laat in de middag nog even naar het strand geweest in Senegambia. Wat je daar allemaal ziet. Jij kijkt je ogen uit. Een blanke vrouw van een jaar of zestig met onooglijk lelijke benen, hand in hand met haar ook blanke partner, en een zwarte korte klokrok dragend tot net onder haar kruis. Iedereen keek haar na, zelfs de Gambianen, die over het algemeen niet zo oordelend zijn als wij Nederlanders.
Dan een blanke vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd in een sexy doorschijnende dress en geblondeerd kort haar, fier op een groot paard.  Het paard huppelde vrolijk langs het strand met haar dragend op zijn rug, totdat het betreffende paard een ander paard zag, waarschijnlijk een vrouwtje, want onmiddelijk kreeg het paard een enorme stijve piemel en begon te steigeren. Had je het gezicht van die vrouw moeten zien. Doodsangst stond in haar ogen. Ze leek bijna van de rug van het paard af te glijden totdat een Gambiaan het paard tot bedaren bracht. Het was een vermakelijke vertroning voor ons, maar niet voor de persoon in kwestie.

En dan Go4Africa, die hier nu ruim een week aanwezig zijn met zo n 30 studenten. Daar alleen al kan ik een boek van vol schrijven, maar daar wil ik me verder niet mee bezig houden. Het enige wat ik wil melden is dat de meeste studenten nu een stageplek gevonden hebben en alles een beetje op zijn plek begint te vallen.
Half april, dus vier weken na mij, gaat de hele bups weer naar huis en zal het weer stil worden in Tanji.